Hoeveel jongeren stoppen met hun studie?

Hoeveel jongeren zeggen ‘vaarwel’ tegen hun opleiding? Stabiele cijfers, aanhoudende zorg

De cijfers liegen er niet om: zo’n 30.245 jongeren hebben in het schooljaar 2022-2023 vroegtijdig een punt achter hun opleiding gezet. Dit komt neer op ongeveer 2% van alle leerlingen en studenten tot 23 jaar. Opvallend is dat dit percentage nagenoeg gelijk is aan dat van het voorgaande jaar. Stabiliteit zou je kunnen denken, maar achter deze cijfers schuilt een aanhoudende zorg. Immers, elke jongere die stopt zonder diploma mist kansen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.

Hoewel het totale aantal stabiel blijft, maskeert dit mogelijk verschuivingen binnen de verschillende onderwijsniveaus. Het mbo vormt de grootste groep voortijdige schoolverlaters. Dit roept vragen op over de aansluiting van het mbo-onderwijs op de behoeften en talenten van deze jongeren. Is de begeleiding voldoende? Sluit de lesstof aan bij hun leerbehoeften? En welke rol spelen factoren buiten de schoolmuren, zoals financiële problemen of persoonlijke omstandigheden?

De focus op het mbo als grootste leverancier van voortijdige schoolverlaters mag niet de aandacht afleiden van de andere onderwijsniveaus. Ook in het havo, vwo en hbo komt schooluitval voor, al is het in mindere mate. Het is belangrijk om per onderwijsniveau de specifieke oorzaken te onderzoeken en gerichte interventies te ontwikkelen.

De stabiliteit in de landelijke cijfers mag ons niet in slaap sussen. Achter elk cijfer schuilt een verhaal, een jongere met onvervulde potentie. Continue aandacht voor de oorzaken van schooluitval en het investeren in preventieve maatregelen blijven cruciaal. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat minder jongeren hun opleiding voortijdig vaarwel zeggen en hun talenten ten volle kunnen benutten. Een diploma is immers meer dan een papiertje; het is een sleutel tot een succesvolle toekomst.