Wat is het gemiddelde vermogen van een 20-jarige?

Twaalfduizend driehonderd euro… Wow. Kun je je dat voorstellen? Zo weinig. Op je twintigste. Zonder huis dan hè, want mét is het ineens 21.500 euro, maar nog steeds… Is dát alles? Ik weet nog dat ik twintig was… pfff… had ik überhaupt zoveel? Ik denk het niet. Misschien een paar duizend euro op m’n spaarrekening, als ik geluk had. En dan te bedenken dat “ze” zeggen dat het gemiddelde vermogen van een twintigjarige zó laag ligt. Twaalfduizend-driehonderd… Het klinkt bijna… beschamend? Of ben ik nou gek?

Het is natuurlijk wel gemiddeld hè. Dus er zullen vast twintigjarigen zijn die al een ton op de bank hebben staan, dankzij een succesvolle startup of rijke ouders… Maar ja, de meesten van ons, denk ik, krabbelen maar wat aan. Studielening, bijbaantje, misschien een klein beetje gespaard van verjaardagen… Ik herinner me nog dat ik zo blij was met mijn eerste baantje in de supermarkt. Kon ik eindelijk zelf m’n festivalkaartjes betalen! Maar van een vermogen opbouwen was toen nog geen sprake.

En dan lees ik dat het op je dertigste alweer flink meer is. 95.500 euro, als je een huis hebt. Zonder is het 37.600. Oké, dat is tenminste iets… Maar toch… Het voelt als een lange weg ernaartoe. Van die schamele twaalfduizend naar bijna honderdduizend… Hoeveel jaren hard werken is dát wel niet? En wat als er onverwachte dingen gebeuren? Een ongeluk, ziekte… Poef, daar gaat je spaargeld.

Het zet je wel aan het denken, toch? Hoe bouw je nou eigenlijk een vermogen op? Zeker in deze tijd, met alle stijgende prijzen en onzekere economie… Het lijkt soms wel een onmogelijke opgave. Maar goed, we moeten ergens beginnen, denk ik dan. Al is het maar met die paar duizend euro op je spaarrekening…