Hoe groenten stomen?

Hoe groenten stomen? Ach, dat lijkt zo simpel, toch? Maar geloof me, zelfs daar kan ik – en ik kook best wel vaak – nog steeds een drama van maken. Herinner je je die keer nog, toen ik bijna de hele keuken onder water zette, omdat ik het deksel niet goed op de pan kreeg? Oei.

Stomen, dat klinkt zo gezond, toch? En makkelijk, zeggen ze. Zo van: water koken, groenten erin, klaar. Maar ja, de praktijk…

Allereerst, het water koken. Dat lijkt makkelijk, maar dan moet je natuurlijk ook opletten dat het niet overkookt. Ik heb laatst nog een hele pan vol asperges gered van een nat graf, zeg maar. Je zet dus water in een pan – een pan met een deksel, hé, dat is belangrijk! Anders ontsnapt al die kostbare stoom en dan heb je echt niks aan je stomende avontuur.

Dan het stoommandje. Die groene spruitjes of die broccoliroosjes, die moeten daarin. Boven het kokende water. Niet erin, want dan heb je gekookte, niet gestoomde groenten. En dat is dan weer een ander verhaal…

En dan, het deksel erop. En hier wordt het spannend. Ziet het eruit alsof de stoom er met een grote wolk uit probeert te ontsnappen? Dan de vlam wat lager, anders wordt het een gehele stoomcabine in je keuken. Serieus, ik heb wel eens gedacht dat ik een geiser in mijn keukentje had geïnstalleerd. Een stomende geiser.

En dan… magisch wachten. Tot ze gaar zijn. Dat duurt even. Maar ja, geduld is een schone zaak, zeggen ze altijd. En dan, klaar. Heerlijke, gezonde, gestoomde groenten. Simpel toch? Nou ja, zo simpel als een simpele kookklus kan zijn. En als het misgaat, tja, dan heb je tenminste een verhaal om te vertellen. Misschien een beetje water op de grond, een beetje verbrand eten, maar meestal komt het toch wel goed. Gewoon proberen, en wie weet, word je net zo’n stoom-expert als ik… misschien.