Hoe vervoeg je alle tijden in het Frans?

19 weergave

Hier zijn de vervoegingen van het werkwoord aller (gaan) in enkele belangrijke Franse tijden. We zien de tegenwoordige tijd (présent), de voltooid tegenwoordige tijd (passé composé) met het hulpwerkwoord être en de onvoltooid verleden tijd (imparfait) voor de enkelvoudige en meervoudige vormen van de persoonlijke voornaamwoorden. Let op de overeenkomst in geslacht en getal bij het voltooid deelwoord in de passé composé.

Opmerking 0 leuk

De Franse vervoegingen van ‘Aller’: Een Praktische Gids

Het werkwoord ‘aller’ (gaan) is essentieel in het Frans. Correct gebruik is cruciaal voor effectieve communicatie. Deze gids biedt een helder overzicht van de vervoegingen in drie belangrijke tijden: de tegenwoordige tijd (présent), de voltooid tegenwoordige tijd (passé composé) en de onvoltooid verleden tijd (imparfait). We bespreken zowel enkelvoudige als meervoudige vormen, met aandacht voor de belangrijke regels van overeenkomst.

1. Présent (Tegenwoordige tijd): De présent beschrijft handelingen die nu plaatsvinden, gewoontes of algemene waarheden.

Persoonlijk voornaamwoord Vervoeging
Je vais
Tu vas
Il/Elle/On va
Nous allons
Vous allez
Ils/Elles vont

Voorbeeld: Je vais au cinéma. (Ik ga naar de bioscoop.)

2. Passé Composé (Voltooid tegenwoordige tijd): De passé composé beschrijft voltooide handelingen in het verleden. ‘Aller’ gebruikt het hulpwerkwoord ‘être’ in deze tijd. Let op de overeenkomst van het voltooid deelwoord ‘allé’ met het onderwerp in geslacht en getal.

Persoonlijk voornaamwoord Vervoeging Overeenkomst
Je suis allé(e) allé voor mannelijk, allée voor vrouwelijk
Tu es allé(e) allé voor mannelijk, allée voor vrouwelijk
Il est allé
Elle est allée
On est allé(e)* Context bepaalt mannelijk of vrouwelijk
Nous sommes allé(e)s allés voor mannelijk, allées voor vrouwelijk, of gemengd
Vous êtes allé(e)(s) allé(s) voor mannelijk, allée(s) voor vrouwelijk, of gemengd
Ils sont allés
Elles sont allées

*Bij ‘on’ hangt de overeenkomst af van de context en hetgeen waarnaar ‘on’ verwijst.

Voorbeeld: Je suis allée à Paris l’année dernière. (Ik ben vorig jaar naar Parijs geweest – vrouwelijke spreker).

3. Imparfait (Onvoltooid verleden tijd): De imparfait beschrijft een toestand of een handeling die in het verleden aan de gang was, een gewoonte in het verleden, of een beschrijving in het verleden.

Persoonlijk voornaamwoord Vervoeging
Je allais
Tu allais
Il/Elle/On allait
Nous allions
Vous alliez
Ils/Elles allaient

Voorbeeld: Quand j’étais petit, j’allais souvent à la plage. (Toen ik klein was, ging ik vaak naar het strand.)

Deze gids biedt een solide basis voor het vervoegen van ‘aller’. Door te oefenen met deze drie belangrijke tijden, verbeter je je Franse spreek- en schrijfvaardigheid aanzienlijk. Vergeet niet de nuances van overeenkomst bij de passé composé te beheersen voor een accurate en vloeiende taalbeheersing. Voor een compleet beeld is verdere studie van andere tijden zoals de futur simple en de conditionnel aan te bevelen.

#Frans #Tijden #Verbuigingen