Hoe bewaar ik groenten het beste?

Groenten bewaren, hè? Ik weet nog hoe mijn oma dat deed. Een koele, donkere plek. Altijd. En eerlijk is eerlijk, haar groenten smaakten zoveel beter dan die van mij… Hoe deed ze dat toch?

Nou, één ding wist ik zeker: fruit en groenten lagen nooit samen. Ze had een apart kistje, van donker hout, voor de groenten. En fruit? Dat lag in een rieten mand op de tafel. Apart. Waarom eigenlijk? Misschien iets met gassen? Ik weet het niet precies, maar het werkte wel.

Die koele, donkere plek… Ja, dat is echt de sleutel, denk ik. Mijn oma had zo’n ouderwetse voorraadkast. Donker, koel, een beetje vochtig… Ideaal. Nu woon ik in een appartement, dus zo’n kast is er niet bij. Maar ik probeer de groenten wel zo koel en donker mogelijk te bewaren. Onderaan in de koelkast bijvoorbeeld, in de groentelade.

Want zeg nou zelf, wie wil er nou slappe, smaakloze groenten? Niemand toch? Ik in ieder geval niet. Soms koop ik van die prachtige tomaten op de markt. Felrood, vol van smaak… Maar als ik ze dan een paar dagen op het aanrecht laat liggen, zijn ze helemaal verlept en melig. Zonde! Dus hop, de koelkast in. Of, nog beter, snel opeten!

Laatst las ik ergens – ik weet niet meer precies waar – dat sommige groenten, zoals tomaten, eigenlijk beter buiten de koelkast bewaard kunnen worden. Iets met enzymen die kapot gaan bij lage temperaturen. Ik weet het niet hoor, het klinkt allemaal zo ingewikkeld. Maar ja, die tomaten van oma, die lagen ook gewoon in die koele kast, en die waren perfect. Misschien maakt het allemaal toch niet zoveel uit? Of misschien had oma gewoon magische handen… Wie zal het zeggen.

Maar goed, één ding is zeker: koel en donker bewaren, apart van fruit. Simpel toch? Dan blijven je groenten langer vers, en smaken ze ook nog eens veel beter. Probeer het maar eens!