Is diabetes type 1 zeldzaam?

Is diabetes type 1 zeldzaam? Een genuanceerd antwoord.

Diabetes type 1 wordt vaak bestempeld als een zeldzame ziekte. Deze benaming is echter relatief en verdient nuancering. Hoewel het aanzienlijk minder voorkomt dan diabetes type 2, is het zeker geen marginale aandoening. In Nederland leven naar schatting zo’n 100.000 mensen met diabetes type 1, wat ongeveer 10% van de totale diabetespopulatie vertegenwoordigt. Dit betekent dat er, ondanks de relatieve zeldzaamheid ten opzichte van type 2, een aanzienlijk aantal mensen in ons land met deze chronische ziekte leeft.

Het is belangrijk te benadrukken dat de term ‘zeldzaam’ in de context van ziekten vaak een bepaalde drempelwaarde aangeeft, maar niet per se de impact op individuen en hun families minimaliseert. Voor degenen die met type 1 diabetes leven, is het een dagelijkse realiteit met aanzienlijke consequenties voor hun levensstijl, gezondheid en welzijn.

De diagnose type 1 diabetes wordt meestal gesteld voor het 30e levensjaar, vaak zelfs al in de kindertijd. Dit maakt de aandoening extra complex, aangezien kinderen en jongeren hun leven moeten aanpassen aan de strikte eisen van bloedsuikermonitoring en insulinetherapie. De impact op hun groei, ontwikkeling en sociale leven is aanzienlijk en vereist vaak intensieve begeleiding van zowel medische professionals als gezin.

Hoewel de meerderheid van de diagnoses vóór het 30e levensjaar wordt gesteld, is het belangrijk om te weten dat een diagnose na het 50e levensjaar, hoewel minder vaak voorkomend, ook mogelijk is. Deze latere diagnoses kunnen leiden tot andere uitdagingen en vereisen een aangepaste aanpak in de behandeling.

Kortom, terwijl diabetes type 1 in vergelijking met type 2 relatief zeldzaam is, is het een belangrijke chronische ziekte die een aanzienlijk aantal mensen treft en een significante impact heeft op hun leven. De perceptie van zeldzaamheid mag de ernst en de dagelijkse realiteit van deze aandoening niet onderschatten. Meer aandacht en onderzoek naar diabetes type 1 blijven essentieel om de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren en op termijn betere behandelmethoden te ontwikkelen.