Wat is de beste opleiding voor wiskunde?

Hoe studeer je het best voor wiskunde?

Yo, wiskunde halen, dat is echt te doen. Hier is de deal, ff snel:

• Goed opletten tijdens de les, ja echt.
• Huiswerk maken, duh!
• Check je werk! Slordig is nie goed.
• Snap je het niet? Vraag! Serieus, doe het! Niet blijven zitten tobben, ken ik nog wel een liedje van.
• Netjes werken, geen geklieder.

Oefenen, oefenen, oefenen. 70% oefenen, 30% theorie, las ik ergens… of was het nou 80/20? Maakt ook niet uit, oefenen dus! Zelf had ik echt een hekel aan breuken, man man man. Maar ja, je moet erdoorheen. Succes pik!

Wat kun je later worden met wiskunde?

Wiskunde, zeg je? Met die skills ben je een kei! Je kunt later de wereld redden, of tenminste, een aardig salaris binnenhalen. Kijk maar:

• Wetenschap: Word een raketgeleerde! Bereken de baan van planeten, of ontcijfer de mysteries van het heelal. Of word gewoon een professor en vertel anekdotes over integraalrekening aan een zaal vol suf kijkende studenten.

• Bedrijfsleven: Een wiskundige is goud waard! Je kunt data-analist worden, je verliest je niet in spreadsheets als een kip zonder kop, je bent de baas over die gigantische databanken, je voorspelt de toekomst van het bedrijf – en dan wordt je eindelijk beloond met een fatsoenlijke bonus!

• Beleid & advies: Je wordt de slimste in de kamer, die alle complexe modellen begrijpt. Politici kijken tegen je op, want jij hebt de cijfers en die liegen niet… meestal. Alleen, je zult wel veel vergaderingen moeten doorstaan. Dat is een hel op aarde, net zo erg als wiskunde tentamens!

• Onderwijs: Deel je kennis en inspireer de volgende generatie wiskunde-wonders! Maar pas op: je zult wel moeten omgaan met pubers, de meest onvoorspelbare wezens op aarde, net na katten.

Kortom, met wiskunde kun je alles worden, behalve misschien een beroemde zanger. Tenzij je natuurlijk wiskundige liederen gaat schrijven. Die zullen dan vast heel populair worden! zucht.

Wat kun je later doen met wiskunde?

Wat kun je later doen met wiskunde? Man, wiskunde, dat was echt niet mijn favoriete vak op school. Maar kijk nu eens!

• Data-analist: In 2024 werk ik als data-analist bij een marketingbureau in Amsterdam. Het is hectisch, deadlines zijn killing, maar super interessant. We analyseren klantgegevens, voorspellen trends – echt detectivewerk met cijfers! Ik krijg echt voldoening van het omzetten van die bergen data in bruikbare informatie. Het is soms frustrerend, die software is niet altijd even intuïtief. Maar ik ben er goed in geworden. Soms voel ik me een beetje als een magische cijfertovenaar.

• Data scientist: Mijn beste vriend, Thijs, is data scientist. Hij werkt bij een gigantisch tech bedrijf in Delft. Hij verdient echt goed, maar zijn werk is ook slopend. Constant leren, nieuwe algoritmes, programmeren… Hij zegt altijd: “Het is geweldig, maar ik ben ook altijd aan het werk”. Ik ben blij dat ik in marketing zit, meer variatie.

• Kwantitatief analist (Quant): Mijn oom is quant op de beurs in Londen. Hij heeft een supertof appartement. Maar hij vertelde me dat de druk onbeschrijfelijk is. Een verkeerde berekening kan miljoenen kosten. Niet voor mij dus.

• Software engineer: Een andere vriendin, Lisa, is software engineer. Ze werkt aan games! Veel programmeren, maar ze vindt het geweldig. Ze verdient goed en het werk is nooit saai. Een totaal ander pad dan wat ik had verwacht na de middelbare school.

• Docent wiskunde: Nou, dat zeker niet. Ik zou geen les kunnen geven! Mijn wiskundeleraar was doodsaai. Ik zou mezelf doodvervelen.

Dus ja, wiskunde, het opent deuren. Maar welke deur je kiest, is aan jezelf. Mijn pad is bij data-analyse uitgekomen, en ik ben er best blij mee. Het is een uitdaging, maar ik leer elke dag bij!

Wat heb je aan een wiskundediploma?

Met een wiskundediploma kun je veel kanten op. Dat is tenminste wat ze zeiden toen ik in 2010 in Leuven aan mijn master begon.

Ik zat daar, in die muffe aula, omringd door nerds die waarschijnlijk al hun differentiaalvergelijkingen uit hun hoofd kenden. Ik voelde me een beetje een bedrieger, eerlijk gezegd. Ik was goed in wiskunde, maar was ik wiskundig?

Later heb ik het toch maar gedaan. Ik werkte me kapot, zat nachtenlang te ploeteren op bewijzen die me helemaal gek maakten. Soms zat ik te huilen van frustratie. Maar ik heb mijn diploma gehaald.

Wat ik ermee kon doen? Dat was een goede vraag!

• Data-analyse: Heel veel bedrijven hebben data nodig. En wie kan daar beter mee omgaan dan iemand die logisch kan denken en problemen kan oplossen?
• Financiële sector: Banken en verzekeringsmaatschappijen zijn dol op wiskundigen. Modellen bouwen, risico’s inschatten. Kassa!
• Onderwijs: Tja, lesgeven natuurlijk. Is niet mijn ding, maar hé, iemand moet het doen.
• Software ontwikkeling: Algoritmes, data structuren, noem maar op. Wiskunde is de basis!
• Research: Als je echt een nerd bent, kun je natuurlijk de wetenschap in!

Ikzelf ben uiteindelijk in de IT terecht gekomen. Ik los er problemen op. De analytische skills die ik tijdens mijn studie heb opgedaan, komen me elke dag van pas. Dus ja, een wiskundediploma is echt wel bruikbaar! Wie had dat gedacht?

Wat kun je doen met een diploma wiskunde?

De vraag is: Wat kun je doen met een diploma wiskunde?

Het is stil nu. Alleen de koelkast zoemt. Ik dacht dat ik iets meer zou voelen, nu het zo is. Het diploma, bedoel ik. Wiskunde.

• Universiteit: Dat is de meest voor de hand liggende. Docent worden, iemand anders dezelfde hoofdbrekens bezorgen. Ik herinner me nog de nachten voor tentamens. Allemaal weg nu.
• Onderwijs: Misschien middelbare school. Mijn zus doet dat. Ze klaagt veel over pubers, maar ze houdt ervan, denk ik.
• Overheid: Cijfers analyseren. Beleid maken. Ik zie mezelf dat niet doen. Te veel vergaderingen, denk ik.
• Bedrijfsleven: Dat is breed.
  • Banken: Risico’s berekenen. Geld beheren. Ik ken iemand die dat doet. Veel stress. Veel geld ook, hoor.
  • Verzekeraars: Kansberekeningen, premies vaststellen. Saai misschien, maar wel belangrijk.
  • Pensioenfondsen: Lange termijn denken. Toekomst voorspellen. Dat klinkt wel interessant.

Ik had me voorgesteld dat ik iets zou voelen. Opgelucht. Of trots. Maar nu is er alleen maar… stilte. En de koelkast.