Wat zit er in stroop?

Ken je dat gevoel? Je bent een kind en je krijgt zo’n heerlijk, kleverig flesje stroop. Die geur alleen al! Wat zit er eigenlijk in dat magische goedje?

Het is eigenlijk best simpel, maar toch… fascinerend. Denk aan het sap van fruit, – aardbeien, frambozen, je kunt het zo gek niet bedenken – dat langzaam gekookt wordt. Net zolang tot… tja, tot het bijna magisch wordt.

Het water verdampt, – pffft, weg! – en wat overblijft is die geconcentreerde, intense smaak. En suiker natuurlijk, veel suiker. Daardoor wordt het zo dik en plakkerig. Herinner je je nog die keer dat ik stroop op mijn trui had geknoeid? Een ramp! Het leek wel beton!

Het is eigenlijk gewoon gekookt fruitsap, of siroop, zoals sommige mensen het noemen. Maar minder water, meer suiker… Dat is het hele geheim! En daardoor die dikke, plakkerige zoetigheid waar je je vingers bij aflikt. Of in mijn geval, mijn hele trui… Soms vraag ik me af of ze niet expres zoveel suiker erin stoppen. Waarom anders is het zo verslavend?

Ik las laatst ergens dat er in sommige siropen wel 80% suiker zit! 80%! Dat is bijna… tja, bijna niet te bevatten. Maar toch blijft het lekker. Een beetje zoals die ene keer dat… nou ja, laat maar. Sommige dingen kun je beter niet hardop zeggen. Maar stroop? Stroop is magisch. Punt.