Hoe bak ik perfecte hamburgers?

Pff, perfecte hamburgers bakken… dat is echt zo’n dingetje, hè? Ik kan je vertellen, ik heb heel wat misbaksels achter de rug voordat ik het een beetje onder de knie had.

Maar serieus, mijn geheim? Gietijzer. Echt, zweer erbij! Zo’n pan houdt de warmte vast, dat is niet normaal. Ken je dat, dat je burger half koud is voor je ‘m op kunt eten? Nou, met gietijzer dus niet.

En dan… boter, een flinke klont, én een scheutje olie. Ja, ik weet het, niet super gezond misschien, maar hé, we leven maar één keer, toch? Laat die pan bloedheet worden! Echt, dat ‘ie bijna staat te roken. En dan die burgers erin.

Oh, en zout! Niet te zuinig zijn. Zout trekt het vocht eruit, maar op een goede manier. Het geeft die burger zo’n lekker korstje. Vier tot zes minuten per kant, zeggen ze. Maar eerlijk? Ik kijk meer naar de kleur. Zo’n diepbruine, bijna karamelachtige kleur… Dan weet je dat het goed zit.

Kijk, je wilt een mooi bruin korstje, maar wel een sappig binnenkantje, snap je? Dat is de hele kunst. Te lang en ‘ie is droog, te kort en… nou ja, dan heb je gehakt, haha.

Weet je wat ik me dan afvraag? Hoe doen die fastfoodketens dat toch? Die hebben nooit droge burgers! Het zal wel een geheim ingrediënt zijn, ofzo.

En dan… het broodje. Moet zacht zijn. Geen harde korst. En kaas! Cheddar, liefst van een goede kwaliteit. Sla, tomaat, een beetje rode ui… en een flinke klodder mayonaise. Ja, ik ben van de mayo. Wat is er mis met mayo? Ik snap niet dat mensen dat vies vinden.

Laatst had ik een vriend over de vloer, die zei: “Jij maakt echt de beste hamburgers die ik ooit heb gegeten!” Dat is toch het mooiste compliment dat je kunt krijgen, toch? En weet je wat het grappige is? Het is gewoon een beetje gevoel, een beetje experimenteren, en vooral… veel liefde voor de burger!