Hoe weet ik wat de restwaarde is?

Hoe bepaal je de restwaarde van een bezit?

De restwaarde, ook wel eindwaarde genoemd, is de geschatte waarde van een bezit aan het einde van zijn gebruiksduur. Het is een essentieel gegeven voor het bepalen van het afschrijvingsbedrag en de levensduurkosten van het bezit.

Methoden om de restwaarde te bepalen:

1. Schatting:
Dit is de eenvoudigste methode, waarbij de restwaarde wordt ingeschat op basis van marktkennis en ervaring. De restwaarde kan worden uitgedrukt als een percentage van de aanschafwaarde of als een vast bedrag.

2. Verkoopwaarde na afloop van de gebruiksduur:
Deze methode houdt in dat de verkoopwaarde van het bezit na de gebruiksduur wordt geschat. Dit kan worden gedaan door te kijken naar vergelijkbare bezittingen of door een makelaar te raadplegen.

3. Netto-residuwaarde:
Deze methode wordt gebruikt voor activa die een hoog verwachte restwaarde hebben, zoals vastgoed of voertuigen. De netto-residuwaarde is het verschil tussen de geschatte netto-opbrengst van het bezit aan het einde van de gebruiksduur en de kosten die verband houden met de verkoop of verwijdering.

4. Gedisconteerde toekomstige kasstromen:
Deze methode wordt gebruikt voor activa die inkomen genereren, zoals investeringen in onroerend goed. De restwaarde wordt berekend door de toekomstige kasstromen van het bezit te diskonteren tegen de huidige rentevoet.

Voorbeeld:
Stel dat een bedrijf een bus koopt voor € 40.000 met een verwachte restwaarde van € 7.000 na 10 jaar. De jaarlijkse afschrijving wordt als volgt berekend:

Afschrijving = (Aanschafwaarde – Restwaarde) / Levensduur
Afschrijving = (40.000 – 7.000) / 10
Afschrijving = € 3.300

Door de restwaarde in overweging te nemen, kan het bedrijf de afschrijvingskosten nauwkeuriger bepalen en de levensduurkosten van de bus beter inschatten.