Welke vier verbintenissen kunnen ontstaan uit de wet?

7 weergave

Naast overeenkomsten kunnen verbintenissen ook ontstaan uit:

  • Onrechtmatige daad (schade veroorzaken door onrechtmatig handelen)
  • Onverschuldigde betaling (betaling zonder dat dit verschuldigd was)
  • Zaakwaarneming (handelen in het belang van een ander zonder diens opdracht)
  • Ongerechtvaardigde verrijking (verrijking ten koste van een ander zonder rechtmatige reden)
Opmerking 0 leuk

Vier bronnen van verbintenissen buiten de overeenkomst

Verbintenissen, de juridische verplichtingen om iets te doen, te geven of na te laten, ontstaan niet alleen uit overeenkomsten. Het Nederlandse recht kent ook een aantal andere grondslagen voor het ontstaan van verbintenissen, waardoor iemand jegens een ander verplicht wordt tot een bepaalde prestatie. Vier belangrijke bronnen hiervan zijn: onrechtmatige daad, onverschuldigde betaling, zaakwaarneming en ongerechtvaardigde verrijking. Deze bronnen worden in het burgerlijk recht als zelfstandige grondslagen erkend, onafhankelijk van enige wilsovereenstemming tussen partijen.

1. Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW): Deze bron van verbintenissen is wellicht de meest bekende. Een onrechtmatige daad is een inbreuk op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht, of een doen of nalaten dat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Om aansprakelijk te zijn voor een onrechtmatige daad, moet er sprake zijn van schade, een causaal verband tussen de daad en de schade, en toerekenbaarheid van de daad aan de dader. Denk bijvoorbeeld aan een aanrijding door onoplettendheid, waardoor schade aan een ander ontstaat. De veroorzaker is dan verplicht (verbintenis) om de schade te vergoeden.

2. Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW): Wanneer iemand een prestatie verricht zonder dat hij daartoe gehouden was, spreken we van een onverschuldigde betaling. Degene die onverschuldigd betaald heeft, kan de ontvangen prestatie terugvorderen. Dit geldt ook wanneer de betaling weliswaar verschuldigd was, maar bijvoorbeeld op grond van een later vernietigde overeenkomst. Een voorbeeld: U betaalt per ongeluk de verkeerde rekening. U heeft recht op terugbetaling van het bedrag, omdat de betaling onverschuldigd was.

3. Zaakwaarneming (art. 6:198 BW): Zaakwaarneming houdt in het behartigen van andermans belang zonder diens opdracht. Er is sprake van zaakwaarneming indien de zaakwaarnemer handelt in het belang van een ander en dit op redelijke gronden doet. De zaakwaarnemer is niet verplicht om op te treden, maar indien hij dit wel doet, is hij wel verplicht zorgvuldig te handelen. Een voorbeeld: U ziet dat de buurman zijn huis verlaat zonder de kraan dicht te draaien. U draait de kraan dicht. Alhoewel u geen opdracht had, heeft u een verbintenis om de buurman geen schade te laten lijden. De buurman heeft echter geen verbintenis tot betaling. De zaakwaarnemer heeft recht op vergoeding van gemaakte kosten.

4. Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW): Ongerechtvaardigde verrijking is een situatie waarin de ene persoon ten koste van de andere persoon verrijkt wordt, zonder dat daar een rechtvaardiging voor is. De verrijking moet ten koste van een ander gaan en het moet onrechtvaardig zijn. Een voorbeeld: A bouwt per ongeluk op de grond van B. A is verrijkt (met een huis) ten koste van B (verlies van grond). B kan dan A aanspreken op grond van ongerechtvaardigde verrijking. De rechter bepaalt de hoogte van de schadevergoeding, die afhankelijk is van de omstandigheden van het geval.

Het is belangrijk te onthouden dat deze vier bronnen van verbintenissen onafhankelijk van elkaar en van overeenkomsten kunnen optreden, en dat de rechter in elke specifieke situatie zal moeten beoordelen of een verbintenis op basis van één van deze grondslagen is ontstaan.