Welke plaatsen mag een boa doorzoeken ter inbeslagneming van vatbare voorwerpen?

7 weergave

Een boa mag, buiten de woning, kantoren met geheimhoudingsplicht en voertuigen, alleen plaatsen doorzoeken voor inbeslagname van voorwerpen als dit expliciet is toegestaan binnen de wettelijke kaders van zijn/haar bevoegdheden. De bevoegdheid tot doorzoeking van andere locaties berust bij de officier van justitie en is afhankelijk van het type voorwerp en de specifieke locatie.

Opmerking 0 leuk

De Bevoegdheden van een Boa bij Inbeslagneming: Waar Mag Gezocht Worden?

De bevoegdheden van een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (boa) zijn een complex en soms diffuus gebied. Vaak heerst er onduidelijkheid over wat een boa wel en niet mag doen, zeker als het aankomt op het doorzoeken van locaties om vatbare voorwerpen in beslag te nemen. Dit artikel schetst een helder beeld van waar een boa, binnen de geldende wet- en regelgeving, bevoegd is tot doorzoeking.

Een belangrijk onderscheid moet direct gemaakt worden: de bevoegdheden van een boa zijn altijd gebonden aan de wettelijke kaders van zijn/haar specifieke aanstelling en de daaruit voortvloeiende bevoegdheden. Met andere woorden, een parkeerwachter heeft andere bevoegdheden dan een boa die zich richt op milieudelicten.

Buiten de woning, kantoren met geheimhoudingsplicht en voertuigen, geldt de hoofdregel dat een boa alleen plaatsen mag doorzoeken voor inbeslagneming van voorwerpen als deze bevoegdheid expliciet aan hem of haar is toegekend in de wet. Dit betekent dat een boa niet zomaar willekeurig plekken mag betreden en doorzoeken, ongeacht het vermoeden van een overtreding.

Uitzonderingen en voorbeelden waar doorzoeking wel mogelijk kan zijn:

  • Openbare plaatsen: Afhankelijk van de aanstelling en het type voorwerp, kan een boa bevoegd zijn om op openbare plaatsen te zoeken. Denk bijvoorbeeld aan een boa die toezicht houdt op de naleving van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) en vermoedt dat er illegaal vuurwerk wordt bewaard in een prullenbak of een bosje.
  • Specifiek aangewezen gebieden: In bepaalde gevallen kan een boa bevoegd zijn om binnen specifiek aangewezen gebieden te zoeken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij boa’s die toezicht houden op natuurgebieden en vermoeden dat er illegale stroperij plaatsvindt. De bevoegdheid tot doorzoeking kan dan beperkt zijn tot de beplanting rondom bijvoorbeeld een visvijver.

Wat als de boa geen expliciete bevoegdheid heeft?

Wanneer een boa een vermoeden heeft van een overtreding en een voorwerp wil in beslag nemen, maar geen expliciete bevoegdheid heeft om de locatie te doorzoeken, dan ligt de bevoegdheid bij de Officier van Justitie (OvJ). De OvJ kan, afhankelijk van de aard van het delict, de ernst van de situatie en de specifieke locatie, besluiten om een machtiging tot doorzoeking af te geven.

Belang van proportionaliteit en subsidiariteit:

Zelfs wanneer een boa bevoegd is tot doorzoeking, dient deze altijd te handelen volgens de principes van proportionaliteit en subsidiariteit. Dit betekent dat:

  • Proportionaliteit: De inzet van de doorzoekingsbevoegdheid moet in verhouding staan tot de ernst van het vermoeden.
  • Subsidiariteit: De doorzoeking mag alleen worden ingezet als er geen andere, minder ingrijpende, manieren zijn om het bewijs te verzamelen.

Conclusie:

De bevoegdheid van een boa tot het doorzoeken van plaatsen voor inbeslagneming is sterk gereguleerd. Buiten de woning, kantoren met geheimhoudingsplicht en voertuigen, is expliciete toestemming binnen de wettelijke kaders vereist. In andere gevallen is de Officier van Justitie de aangewezen partij om te bepalen of een doorzoeking gerechtvaardigd is. Burgers hebben er recht op te weten wat de bevoegdheden van een boa zijn en in welke situaties zij tot doorzoeking over mogen gaan. Dit artikel beoogt een bijdrage te leveren aan die helderheid.