Wat is beter, met of zonder loonheffing?

Loonheffingskorting: Aanzetten of uitzetten? Een persoonlijke afweging

De loonheffingskorting, een term die vaak opduikt op je loonstrook, kan zorgen voor verwarring. Is het nu verstandig om deze aan te zetten of juist niet? Het antwoord is niet eenduidig en hangt sterk af van je persoonlijke situatie.

De basis: wat is loonheffingskorting?

De loonheffingskorting is in feite een korting op de belasting die je betaalt over je inkomen. Het is een recht dat je als werknemer in Nederland hebt. Je kunt het zien als een ‘voorlopige teruggave’ op je belasting. Door de korting toe te passen, betaal je maandelijks minder belasting en hou je dus een hoger netto salaris over.

Wanneer is aanzetten de beste keuze?

Voor de meeste mensen die slechts voor één werkgever werken, is het aanzetten van de loonheffingskorting de meest voordelige optie. Dit zorgt ervoor dat je gedurende het jaar al profiteert van een lagere belastingdruk, waardoor je netto meer inkomen hebt om te besteden. Je ontvangt dus direct meer ‘bestedingsruimte’.

Wanneer is uitzetten verstandiger?

De situatie verandert echter wanneer je meerdere inkomstenbronnen hebt waarover loonbelasting wordt ingehouden. Denk aan:

• Meerdere banen: Werk je parttime voor twee verschillende werkgevers?
• Naast een baan een uitkering: Ontvang je bijvoorbeeld een WW-uitkering naast je salaris?
• Pensioen naast een baan: Heb je een parttime baan naast je pensioenuitkering?

In deze gevallen is het cruciaal om goed na te denken. Als je de loonheffingskorting bij al je inkomstenbronnen aanzet, kan het zijn dat je aan het einde van het jaar te weinig belasting hebt betaald. Dit kan resulteren in een terugvordering van de Belastingdienst. Je krijgt dan niet een leuk extraatje, maar moet juist geld terugbetalen.

Waarom gaat het mis bij meerdere inkomstenbronnen?

De loonheffingskorting is bedoeld om slechts op één inkomen toegepast te worden. De Belastingdienst gaat er namelijk van uit dat je inkomsten uit meerdere bronnen optellen tot een hoger totaal inkomen. Bij een hoger inkomen hoort in principe een hoger belastingtarief. Door de korting op al je inkomstenbronnen toe te passen, betaal je uiteindelijk te weinig belasting over je totale inkomen.

De oplossing: zelf berekenen en aanpassen

De beste manier om te bepalen of je de loonheffingskorting moet aanzetten of uitzetten, is door je verwachte jaarinkomen te berekenen en te kijken in welke belastingschijf je valt. Je kunt hiervoor de tools van de Belastingdienst gebruiken.

Als je twijfelt, kies dan voor zekerheid en zet de loonheffingskorting uit bij je tweede of volgende inkomstenbron. Je kunt er ook voor kiezen om gedurende het jaar extra belasting te laten inhouden door je werkgever(s) om een eventuele naheffing te voorkomen.

Conclusie:

De keuze om de loonheffingskorting aan te zetten of uit te zetten is een persoonlijke afweging. Voor werknemers met slechts één baan is aanzetten doorgaans de beste optie voor een hoger netto salaris. Heb je meerdere inkomstenbronnen? Dan is het cruciaal om zorgvuldig te berekenen of je niet te weinig belasting betaalt en eventueel de korting uit te zetten. Een weloverwogen beslissing voorkomt onaangename verrassingen bij de belastingaangifte.