Is genezen een sterk werkwoord?

Is genezen een sterk werkwoord?

In de Nederlandse taal wordt genezen inderdaad beschouwd als een sterk werkwoord. Sterke werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de verleden tijd en voltooid deelwoord op een onregelmatige manier worden gevormd.

Ontwikkeling van genezen

Oorspronkelijk was genezen een zwak werkwoord, wat betekent dat het een regelmatige verbuigingsvorm had. Het werd dus vervoegd als volgt:

• Tegenwoordige tijd: geneest
• Verleden tijd: geneesde
• Voltooid deelwoord: geneest

Echter, door een proces van assimilatie, waarbij de klank van de slotklinker van het werkwoord wordt aangepast aan de volgende klank, heeft genezen zich ontwikkeld tot een onregelmatig sterk werkwoord. Dit proces vond plaats via de volgende stappen:

• Assimilatie van de slot-n aan de volgende h: geneest + habben -> geneeshben
• Wegvallen van de h: geneeshben -> genezen

Huidige vervoeging

Door deze ontwikkeling vervoegen we genezen nu als volgt:

• Tegenwoordige tijd: geneest
• Verleden tijd: genas
• Voltooid deelwoord: genezen

Gebruik van het voltooid deelwoord

De sterke vorm van het voltooid deelwoord, genezen, wordt vaak gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Dit betekent dat het een eigenschap of kenmerk van een persoon of zaak beschrijft. Bijvoorbeeld:

• De zieke is nu genezen.
• De gewonde is al genezen.

In tegenstelling tot genezen blijft het werkwoord helen een zwak werkwoord. Het wordt dus vervoegd als volgt:

• Tegenwoordige tijd: heelt
• Verleden tijd: heelde
• Voltooid deelwoord: geheeld

Conclusie

Samenvattend is genezen een sterk werkwoord in het Nederlands. Het heeft zich ontwikkeld vanuit een oorspronkelijk zwak werkwoord door een proces van assimilatie. De sterke vorm van het voltooid deelwoord, genezen, wordt veel gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, terwijl het werkwoord helen een zwak werkwoord blijft.