Wat mag je niet doen als je diabetes hebt?

Diabetes en voeding: Wat mag je niet doen?

Diabetes is een chronische aandoening waarbij het lichaam de bloedsuiker niet goed kan regelen. Dit kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, waaronder hart- en vaatziekten, oogproblemen en nierfalen. Een belangrijk onderdeel van de diabeteszorg is een gezonde leefstijl, en dat betekent ook letten op wat je eet.

Wat je dus beter niet kunt doen als je diabetes hebt:

1. Overmatig gebruik van snelle koolhydraten:

Snelle koolhydraten, zoals geraffineerde suikers (jam, honing, siroop), witbrood, witte rijst en aardappelpuree, worden snel door het lichaam opgenomen en veroorzaken een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel. Dit is ongunstig bij diabetes, omdat het lichaam dan extra hard moet werken om de bloedsuiker te reguleren.

2. Vermijd bewerkte voedingsmiddelen:

Deze producten zijn vaak rijk aan toegevoegde suikers, vetten en zout, en kunnen de bloedsuikerspiegel onstabiel maken. Denk hierbij aan:

• Kant-en-klare maaltijden: Pizza, pasta, soep, etc.
• Snoepgoed: Chocolade, snoepjes, koekjes, etc.
• Zoute snacks: Chips, crackers, etc.
• Vette snacks: Frituur, kroketten, etc.
• Drinken: Frisdrank, vruchtensappen, etc.

3. Beperk alcoholgebruik:

Alcohol kan de bloedsuikerspiegel beïnvloeden en is daarom geen aanrader voor mensen met diabetes. Het is belangrijk om te overleggen met je arts of diabetesverpleegkundige over de juiste hoeveelheid alcohol die voor jou veilig is.

4. Wees voorzichtig met fruit:

Hoewel fruit gezond is, bevat het toch suikers. Kies voor fruit met een lage glycemische index (GI), zoals bessen, appels en peren. Eet fruit liever niet als snack, maar integreer het in je maaltijd.

5. Vermijd vette producten:

Te veel verzadigd vet kan leiden tot een verhoging van cholesterol, wat een extra risico vormt voor mensen met diabetes. Kies voor mager vlees, vis, peulvruchten en plantaardige oliën.

Wat kun je dan wel doen?

• Eet veel vezels: Vezels vertragen de opname van suikers en houden de bloedsuikerspiegel stabiel. Kies voor volkorenproducten, groenten en peulvruchten.
• Kies voor magere eiwitten: Eiwitten zorgen voor een verzadigd gevoel en dragen niet bij aan een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel. Kies voor vis, kip, eieren, peulvruchten en magere zuivel.
• Drink voldoende water: Water helpt om de bloedsuikerspiegel te reguleren en voorkomt uitdroging.
• Beweeg regelmatig: Lichaamsbeweging stimuleert de opname van glucose en bevordert de bloedsuikerregulatie.

Belangrijk:

• Raadpleeg je arts of diabetesverpleegkundige: Zij kunnen je een individueel voedingsschema adviseren, aangepast aan jouw behoeften en medicatie.
• Controleer je bloedsuiker regelmatig: Regelmatig controleren helpt je om te zien hoe je voeding jouw bloedsuikerspiegel beïnvloedt.

Door te letten op je voeding en een gezonde leefstijl te hanteren, kun je de risico’s van diabetes aanzienlijk verminderen en je algemene gezondheid verbeteren.