Waarom gaat mijn diarree niet weg?

Waarom houdt mijn diarree niet op?

Diarree, ook wel dunne ontlasting genoemd, is een veelvoorkomend probleem dat verschillende oorzaken kan hebben. Naast tijdelijke oorzaken, zoals een maag-darm infectie of een reactie op bepaald voedsel, kunnen er ook meer ernstige aandoeningen aan ten grondslag liggen.

Wanneer diarree langer dan twee weken aanhoudt, wordt dit als chronische diarree beschouwd. In dit geval is het belangrijk om medische hulp in te roepen, omdat er mogelijk een onderliggende oorzaak is die behandeling vereist.

Mogelijke oorzaken van aanhoudende diarree:

• Infectie: Bacteriën, virussen of parasieten kunnen het maag-darmkanaal infecteren en diarree veroorzaken.
• Medicijnen: Bepaalde medicijnen, zoals antibiotica, kunnen als bijwerking diarree veroorzaken.
• Chronische darmziekten: Aandoeningen zoals de ziekte van Crohn en het prikkelbare darm syndroom (PDS) kunnen chronische diarree veroorzaken.
• Voedselintoleranties: Intolerantie voor bepaalde voedingsmiddelen, zoals lactose of gluten, kan diarree veroorzaken.
• Darmtumoren: In zeldzame gevallen kan aanhoudende diarree een symptoom zijn van een darmtumor.

Wanneer is het belangrijk om een arts te raadplegen?

Raadpleeg altijd een arts als:

• De diarree langer dan twee weken aanhoudt.
• De diarree gepaard gaat met andere symptomen, zoals koorts, buikpijn of bloed in de ontlasting.
• Je uitgedroogd raakt door de diarree.
• Je een verzwakt immuunsysteem hebt.

Diagnose en behandeling:

Een arts zal de symptomen bespreken, een lichamelijk onderzoek uitvoeren en eventueel aanvullende tests, zoals bloedonderzoek of een ontlastingsonderzoek, uitvoeren om de oorzaak van de diarree te bepalen.

De behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak en kan bestaan uit:

• Medicatie om de infectie te bestrijden of de diarree te verminderen.
• Dieetaanpassingen om voedselintoleranties te vermijden.
• Operatie om een darmtumor te verwijderen.

Preventie:

De kans op diarree kan worden verkleind door:

• Het regelmatig wassen van je handen.
• Het vermijden van besmet voedsel en water.
• Het beperken van de inname van cafeïne en alcohol.
• Het consumeren van voldoende vezels.