Welke 3 rechten hebben betrokkenen onder de AVG?

Drie essentiële rechten van betrokkenen onder de AVG: controle over je eigen data

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geeft individuen, de zogenaamde ‘betrokkenen’, aanzienlijke controle over hun persoonsgegevens. Hoewel de AVG een breed scala aan rechten omvat, focussen we ons hier op drie fundamentele rechten die essentieel zijn voor het beschermen van ieders privacy: het recht op inzage, het recht op rectificatie en het recht op gegevenswissing (ook wel ‘recht op vergetelheid’ genoemd).

1. Het recht op inzage (artikel 15 AVG): Weet wat er over jou bekend is.

Dit recht staat betrokkenen toe om te weten welke persoonsgegevens een organisatie over hen verwerkt. Het is meer dan alleen een simpele bevestiging dat gegevens worden verwerkt; het recht op inzage omvat een gedetailleerde beschrijving van deze gegevens, inclusief:

• De doeleinden van de verwerking: Waarom worden de gegevens verzameld en gebruikt?
• De categorieën van persoonsgegevens: Welke soorten informatie worden verwerkt (bijv. naam, adres, e-mailadres, etc.)?
• De ontvangers of categorieën van ontvangers: Aan wie worden de gegevens verstrekt?
• De bewaartermijn: Hoe lang worden de gegevens bewaard?
• Het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming: Worden er geautomatiseerde beslissingen genomen op basis van de gegevens?

Het ontvangen van deze informatie stelt betrokkenen in staat om te verifiëren of de verwerking van hun gegevens in overeenstemming is met de AVG en de door de organisatie gepresenteerde privacyverklaring.

2. Het recht op rectificatie (artikel 16 AVG): Corrigeer onjuiste informatie.

Indien een betrokkene ontdekt dat de verwerkte persoonsgegevens onjuist of onvolledig zijn, heeft hij of zij het recht om rectificatie te eisen. De verantwoordelijke organisatie is dan verplicht om de onjuiste gegevens te corrigeren of de onvolledige gegevens aan te vullen. Dit recht draagt bij aan de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de verwerkte gegevens en voorkomt dat onjuiste informatie leidt tot ongewenste gevolgen voor de betrokkene.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de organisatie wel de bewijzen van de onjuistheid moet beoordelen. Het is niet zo dat elke bewering van een betrokkene direct leidt tot rectificatie.

3. Het recht op gegevenswissing (artikel 17 AVG): Verwijder mijn gegevens.

Ook wel bekend als het “recht op vergetelheid,” geeft dit recht betrokkenen het recht om te verzoeken om het wissen van hun persoonsgegevens. Dit recht is echter niet absoluut. De organisatie mag de gegevens bijvoorbeeld behouden als ze nodig zijn voor de nakoming van een wettelijke verplichting of voor de uitoefening van het recht op vrijheid van meningsuiting. Toch is het een krachtig instrument om onnodige of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.

Deze drie rechten vormen de kern van de AVG en geven betrokkenen een aanzienlijke mate van controle over hun persoonlijke informatie. Het is essentieel dat organisaties deze rechten respecteren en de procedures hebben om aan deze verzoeken te voldoen. Door de rechten te begrijpen en te gebruiken, kunnen individuen hun privacy effectief beschermen.