Waarom heeft de RTX 3070 minder VRAM dan de 3060?

1 weergave

Ik vind het gek dat de RTX 3070, die toch de betere kaart zou moeten zijn, minder VRAM heeft dan de 3060. Die 8GB van de 3070 voelde in 2020 al krap aan, en nu? Het zit m kennelijk in die geheugeninterface; Nvidia koos bewust voor een bredere bandbreedte bij de 3070, ten koste van de hoeveelheid geheugen. Kostenbesparing vermoed ik, een strategische keuze die achteraf gezien misschien wat te optimistisch was over de toekomstbestendigheid. Ik had toen stiekem gehoopt op meer VRAM, het voelt nu een beetje als een gemiste kans.

Opmerking 0 leuk

Waarom heeft de RTX 3070 minder VRAM dan de RTX 3060? Een vraag die me nog steeds achtervolgt. Toen de Ampere-generatie in 2020 werd gelanceerd, leek de wereld opeens vol met getallen, specs en marketingpraatjes. En eerlijk gezegd, ik snapte er toen al niet alles van. Maar de discrepantie tussen de RTX 3070 en 3060 qua VRAM, dat bleef knagen. De 3070, de superieure kaart, had ‘slechts’ 8GB VRAM, terwijl de 3060 er 12GB had. Raar, toch?

Mijn persoonlijke ervaring met de 8GB van de 3070 was, zoals velen zullen beamen, al in 2020 ietwat beperkend. Moderne games met hoge resoluties en hoge settings begonnen al snel te haperen door VRAM-tekorten. Texture streaming, dat constante laden en ontladen van textures, werd een duidelijke bottleneck. Het resultaat? Stotterende framerates en een vermindering van de visuele kwaliteit, ondanks een krachtige GPU.

De verklaring ligt, zoals je al terecht opmerkte, in de geheugeninterface. Nvidia koos voor een compromis: een bredere geheugenbus bij de 3070 (256-bit) ten opzichte van de 3060 (192-bit). Een bredere bus betekent een hogere bandbreedte – de snelheid waarmee data van het geheugen naar de GPU kan stromen. Dit is cruciaal voor hoge resoluties en hoge frame rates. De 3070 excelleerde in dit opzicht. Maar die hogere bandbreedte kwam dus wel ten koste van de hoeveelheid VRAM.

Verschillende analyses suggereren dat dit een bewuste kostenbesparingsmaatregel was van Nvidia. Een bredere 256-bit geheugenchip kost meer dan een smallere 192-bit chip, terwijl de 8GB VRAM-module zelf relatief goedkoop is. Door minder geheugen te gebruiken, kon Nvidia de 3070 concurrerender prijzen in de markt, positionerend tussen de goedkopere 3060 en de high-end 3080. Het was een strategische gok: zou de hogere bandbreedte voldoende compensatie bieden voor het mindere geheugen?

Achteraf gezien was deze gok – gezien de snelle evolutie van games – te optimistisch. De verwachting dat 8GB voldoende zou zijn voor de komende jaren, bleek niet te kloppen. Nvidia heeft zelf ook toe moeten geven dat de VRAM-capaciteit op veel high-end kaarten te klein was, wat ook te zien is aan de latere introductie van 12GB versies van verschillende kaarten.

Mijn persoonlijke frustratie zit hem vooral in het ‘gemiste kans’-gevoel. Een extra 4GB VRAM op de 3070 zou een enorme verbetering hebben betekend voor de toekomstbestendigheid van de kaart, zonder de prijs aanzienlijk te verhogen. De extra kosten van de 256-bit interface waren toch al gemaakt; het toevoegen van wat extra geheugen had het geheel naar een volgend level getild. Het is jammer dat Nvidia voor deze korte termijn strategie koos die langetermijn problemen creëerde voor de consument. De 3070 blijft een krachtige kaart, maar de beperkte VRAM blijft een pijnpunt, waardoor het maximale potentieel nooit volledig kan worden benut.