Hoe kunnen leraren zien dat je ChatGPT gebruikt?

12 weergave

De student kan de gegenereerde teksten eenvoudig bewerken en aanpassen. Detectie door docenten is echter vrijwel onmogelijk, aangezien betrouwbare AI-detectors ontbreken en bestaande tools onbetrouwbaar zijn en privacygevoelige informatie blootleggen. Het risico op ontdekking is dus minimaal.

Opmerking 0 leuk

De Ongrijpbare ChatGPT: Hoe Leraren AI-gegenerreerde Teksten Opsporen?

De opkomst van ChatGPT en vergelijkbare AI-tools heeft een schokgolf door het onderwijs gestuurd. Studenten hebben nu toegang tot een instrument dat essays, samenvattingen en zelfs creatieve teksten kan genereren met een verbluffende snelheid en, in sommige gevallen, een verrassende kwaliteit. De vraag is: hoe kunnen leraren zien dat een student ChatGPT gebruikt? Het korte antwoord is: dat is lastig, zo niet onmogelijk.

De bewering dat detectie vrijwel onmogelijk is, is niet overdreven. De huidige AI-detectoren kampen met fundamentele beperkingen. Veel van deze tools zijn onbetrouwbaar, leveren valse positieven (het labelen van menselijke tekst als AI-gegenereerd) en valse negatieven (het missen van AI-gegenereerde tekst) op. Ze worstelen met de nuances van taal, stijl en argumentatie, en worden gemakkelijk om de tuin geleid door kleine aanpassingen in de tekst. Een student die de gegenereerde tekst slechts licht bewerkt – een paar zinnen herschrijft, een synoniem hier en daar invoegt – kan de detector met gemak omzeilen.

Bovendien roept het gebruik van deze detectoren ethische vragen op. Veel tools vereisen dat de tekst wordt geüpload, wat betekent dat gevoelige informatie van de student, inclusief de originele tekst, in handen van een derde partij terechtkomt. De privacy van de student wordt hiermee in het gedrang gebracht, en de betrouwbaarheid van dergelijke dataverwerking is vaak onduidelijk.

Dus wat kunnen leraren wel doen? De focus moet verschuiven van het opsporen van AI-gebruik naar het bevorderen van authentiek leren. In plaats van te jagen op AI-sporen, kunnen leraren:

  • De nadruk leggen op proces: Vraag studenten om hun denkproces te documenteren, bijvoorbeeld door middel van schetsen, brainstorm-sessies of conceptversies. Dit maakt het moeilijker om AI-gegenereerde teksten te gebruiken zonder het werkproces te vervalsen.
  • Interactieve opdrachten ontwerpen: Opdrachten die mondelinge presentaties, discussies of praktische toepassingen vereisen, zijn moeilijker te ‘outsourcen’ naar AI.
  • Open boek-examens en projecten: Door de focus te leggen op het toepassen van kennis en het oplossen van problemen, in plaats van het reproduceren van feiten, wordt de aantrekkingskracht van AI verminderd.
  • Dialoog en feedback: Regelmatig overleg met studenten over hun werk kan onregelmatigheden of inconsistenties aan het licht brengen.
  • Focus op kritisch denken en bronvermelding: Onderwijs in kritisch denken en het correct citeren van bronnen helpt studenten om zelfstandig te werken en plagiaat te voorkomen, ongeacht de gebruikte tools.

Het is duidelijk dat de technologie vooruit is op de detectiemethoden. In plaats van een wapenwedloop te voeren met steeds geavanceerdere AI-detectoren, moeten leraren hun onderwijsstrategieën aanpassen en zich concentreren op het stimuleren van authentiek leren en kritisch denken. De strijd tegen ChatGPT en dergelijke is geen kwestie van detectie, maar van pedagogische aanpassing.