Wat is een voorbeeld van een onregelmatige werkwoordstijd?

Voorbeeld van een Onregelmatige Werkwoordstijd

In de Nederlandse grammatica zijn er verschillende soorten werkwoorden, waaronder regelmatige en onregelmatige werkwoorden. Onregelmatige werkwoorden hebben een afwijkende vervoeging, vooral in de verleden tijd en het voltooid deelwoord.

Een goed voorbeeld van een onregelmatige werkwoordstijd is de verleden tijd van het werkwoord “lezen”. In plaats van de regelmatige vervoeging met “-de” of “-te”, zoals in “werkte” (werk + -te) of “wandelde” (wandel + -de), heeft het werkwoord “lezen” een onregelmatige vorm: “las”.

Vervoeging van “lezen” in de Verleden Tijd:

Voltooid Deelwoord van “lezen”:

Het voltooid deelwoord van “lezen” is ook onregelmatig: “gelezen”.

Onregelmatige Vervoeging bij Onregelmatige Werkwoorden:

Bij onregelmatige werkwoorden komen afwijkende vervoegingen voor in de volgende tijden:

• Onvoltooid verleden tijd (ik las, jij las, etc.)
• Voltooid deelwoord (gelezen, geschreven, etc.)
• Als het werkwoord een zwakke verleden tijd heeft (ik hoorde, jij hoorde, etc.)

Belangrijk:

Het is belangrijk om de onregelmatige vormen van onregelmatige werkwoorden te onthouden, omdat deze niet volgen uit de regels voor de vervoeging van regelmatige werkwoorden.