Hoeveel tijden zijn er in de Spaanse taal?
20 weergave
Het Spaans beschikt over drie basistijden: presente (tegenwoordige tijd), pretérito (verleden tijd) en futuro (toekomende tijd). Net als in het Nederlands, zijn er verder verschillende vormen en aspecten binnen deze basistijden.
Misschien wil je het vragen? Zie meer
Hoeveel tijden zijn er in de Spaanse taal?
In het Spaans zijn er drie basistijden:
- Presente (tegenwoordige tijd)
- Pretérito (verleden tijd)
- Futuro (toekomende tijd)
Elk van deze basistijden heeft verschillende vormen en aspecten, net als in het Nederlands.
Tegenwoordige tijd
- Presente simple (onvoltooid tegenwoordige tijd): Beschrijft handelingen of toestanden die plaatsvinden op het moment van spreken.
- Presente continuo (voortdurende tegenwoordige tijd): Geeft aan dat een handeling op het moment van spreken aan de gang is.
- Presente perfecto (voltooid tegenwoordige tijd): Duidt aan dat een handeling in het verleden begonnen is en nog steeds aan de gang is, of dat de gevolgen ervan nog relevant zijn.
- Presente perfecto continuo (voortdurende voltooid tegenwoordige tijd): Geeft aan dat een handeling in het verleden begonnen is, nog steeds aan de gang is en dat de gevolgen ervan nog relevant zijn.
Verleden tijd
- Pretérito imperfecto (onvoltooid verleden tijd): Beschrijft handelingen of toestanden die in het verleden plaatsvonden, maar geen vast begin- of eindpunt hadden.
- Pretérito perfecto simple (voltooid verleden tijd): Geeft aan dat een handeling in het verleden is afgerond en dat de gevolgen ervan niet langer relevant zijn.
- Pretérito pluscuamperfecto (voltooid verleden tijd): Beschrijft handelingen of toestanden die in het verleden plaatsvonden vóór een ander punt in het verleden.
- Pretérito anterior (voltooid verleden tijd): Geeft aan dat een handeling in het verleden is afgerond, vlak voor een andere handeling in het verleden.
Toekomende tijd
- Futuro simple (onvoltooid toekomende tijd): Beschrijft handelingen of toestanden die in de toekomst zullen plaatsvinden.
- Futuro perfecto (voltooid toekomende tijd): Geeft aan dat een handeling in de toekomst zal zijn afgerond vóór een ander toekomstig moment.
- Futuro compuesto de indicativo (conditional): Geeft aan dat een handeling in de toekomst zal plaatsvinden, op voorwaarde dat een andere handeling ook plaatsvindt.
- Futuro perfecto compuesto de indicativo (conditional perfect): Geeft aan dat een handeling in de toekomst zal zijn afgerond, op voorwaarde dat een andere handeling ook plaatsvindt.
Commentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.