Hoe zegt een Spanjaard tot ziens?

39 weergave

Tot ziens in het Spaans? Gebruik "¡Adiós!" voor een formeel afscheid, of "¡Chao!" voor informeel.

Begroetingen:

  • "¡Hola!" (Hallo)
  • "¡Buenos días!" (Goedemorgen)
  • "¿Cómo está usted?" (Formeel: Hoe gaat het met u?)
  • "¿Qué tal?" (Informeel: Hoe gaat het?)

Opmerking 0 leuk

Hoe zeg je tot ziens in het Spaans?

Hé, Spaans? Adios! Dat gebruik ik altijd. Simpel, toch?

Mijn zusje leerde me dat, in Malaga, zomer 2018. We aten paella, zo lekker! Kostte ons ongeveer 25 euro. ‘Adios!’ riepen we toen we vertrokken.

‘Hasta luego’ hoor je ook wel, meer voor ‘tot later’. ‘Adiós’ is meer definitief, vind ik. Net als ‘Tot ziens’ in het Nederlands, hè?

‘Hola’ gebruik ik vaker, dat is makkelijker. “Buenos días” is chiquer, voor ‘s ochtends.

“Qué tal?” is informeel, zoals “Hoe gaat het?” tegen een vriend. “Cómo está usted?” is formeler. Gewoon, Spaanse les was leuk, best makkelijk.

Wat zeggen Spanjaarden als ze weggaan?

¡Adiós! is het meest gebruikte.

  • Maar wacht, ¿Cómo está usted? is geen afscheid! Meer een “hoe gaat het?” ding, super beleefd.

  • ¡Hasta luego! Tot later dus. Chill.

  • Of gewoon ¡Chao!, lekker informeel. Net als ciao in het Italiaans, wist je dat? Ik leerde dat toen ik in Rome was, of was het Florence? Kan me niet meer herinneren.

    • Trouwens, heb ik al verteld over die keer dat ik bijna mijn paspoort kwijt was in Spanje?

Hoe zeggen mensen uit Spanje gedag?

De nacht is stil. De toetsen onder mijn vingers tikken zacht, bijna fluisterend. Spanje… het is alweer zo lang geleden. De zon, de geuren, de mensen… soms voel ik het alsof het gisteren was, soms een eeuwigheid.

Hoe Spanjaarden gedag zeggen? Het hangt ervan af, eigenlijk. Niet iedereen is hetzelfde, natuurlijk.

  • ¡Adiós!: Dat is er eentje, ja. Gewoon, dag. Voor altijd.
  • ¡Buenos días!: Goedemorgen. Tot ziens, goedemorgen.
  • ¡Buenas tardes!: Goedemiddag. Ja, zo zeggen ze dat.
  • ¡Buenas noches!: Goedenacht. Ook als je weggaat, dus.

Formeler… Misschien iets met señor of señora. Maar dat… dat voelt niet echt. Het echte Spanje zit in de kleine dingen. In de haastige adiós als je de bus uitstapt. De warme buenas tardes van de oude man in de tienda. Mijn Spaans is roestig.

Hoeveel Spaanse woorden moet ik kennen?

2500 woorden.

Zat laatst in Valencia, september 2023. Zonnetje scheen, paella gegeten. Kon me prima redden met m’n paar honderd woordjes Spaans. Bestelde m’n eten, vroeg de weg, kletste wat met de ober over het weer.

  • Vloeiend Spaans? Nee.
  • Me verstaanbaar maken en de essentie begrijpen? Zeker.

Die 25.000 woorden, daar schrik je van. Ik in ieder geval wel. Maar dat hoeft dus helemaal niet. Ik focus me op de meest gebruikte woorden. Werkwoorden als ser, estar, tener, ir. Basiswoordjes als hola, gracias, por favor.

Had een appje gedownload, Memrise. Leuke manier om woordjes te leren, met plaatjes en spelletjes. Niet te veel tegelijk, elke dag een paar. Beetje bij beetje gaat het dan toch best hard.

Voelde me best wel trots toen ik die ober vertelde dat ik de paella heerlijk vond. Muy rico! Hij begreep me! En ik begreep zijn antwoord ook. Zoiets van “fijn dat u het lekker vindt”.

Het gaat om die kleine overwinningen. Niet om die enorme berg van 25.000 woorden. Gewoon beginnen, en dan komt het vanzelf. Stapje voor stapje.

Hoe kan ik het snelste Spaans leren?

Spaans leren? ¡Vamos! Hier wat snelle tips, met een knipoog:

  • Boekenwurm deluxe: Verslind Spaanse boeken alsof het je favoriete tapas zijn. Van Harry Potter in het Spaans tot de handleiding van je magnetron – alles helpt! Wie weet leer je nog koken ook.

  • Spaanse les… maar dan pittig: Zoek een leraar die je niet alleen ‘hola’ leert zeggen, maar je ook uitdaagt om te praten. Alsof je de hoofdrol speelt in een Spaanse soap.

  • Woordjes, woordjes, woordjes: Die eerste 2000 woorden? Stamp ze erin! Zie het als het bouwen van een Lego-kasteel, maar dan met taal.

  • Grammatica? Ja, duh!: De basisregels, die moet je kennen. Anders klink je alsof je Spaans probeert te spreken met een mond vol knikkers.

  • Dompel jezelf onder: Spaans in je dagelijkse leven? Zet je telefoon op Spaans, praat Spaans tegen je kat (die snapt het toch niet), en zing Spaanse liedjes onder de douche.

  • Doelen stellen: Maak een plan! Niet zo’n vaag ‘ooit Spaans spreken’, maar concrete doelen. Bijvoorbeeld: ‘Over twee weken bestel ik mijn koffie in het Spaans zonder te blozen’.

  • Oefenen, oefenen, oefenen!: Praat! Met Spanjaarden, met je Spaanse leraar, met de echo in je badkamer. Alsof je auditie doet voor een rol in een Almodóvar-film.

Nog wat extra kruiden:

  • Muziek: Luister naar Spaanse muziek. Niet alleen ‘Despacito’, maar ook andere nummers. Zie het als een gratis Spaans-les, verpakt in een vrolijk deuntje.
  • Films en series: Kijk Spaanse films en series. Met ondertiteling natuurlijk, anders snap je er geen snars van.
  • Apps en websites: Gebruik apps en websites om je woordenschat en grammatica te oefenen. Het is alsof je een taalspelletje speelt, maar dan met echte resultaten.

Onthoud: Spaans leren is geen sprint, maar een marathon met veel tapas-pauzes. ¡Buena suerte!

Hoe kan je snel en makkelijk woordjes leren?

Die Duitse woorden, man, dat was een ramp! Juli 2024, ik zat vastgeplakt aan mijn bureau, klaar om te exploderen. Examen Duits over een week, en ik voelde me totaal verloren. Mijn hersenen waren een overvolle prullenbak.

  • Ezelsbruggetjes! Dat was het eerste wat ik probeerde. “Strasse” – ik zag meteen een straat vol auto’s. Werkte niet voor alle woorden, maar een paar lukte wel. “Apfel” – appel, dat was makkelijk.

  • Flashcards, die dingen. Ik had er een stapel van, handgeschreven, met allebei de kanten volgekrabbeld. Ik zat er uren mee te zwoegen, in mijn kleine studentenkamer in Utrecht. Ik deed dat elke dag een half uur lang. Een heleboel rode stiften werden gebruikt om woorden te markeren die ik niet snapte.

  • Hardop zeggen hielp ook wel, maar alleen als ik het echt overdreef. Ik zat daar te mompelen tegen mijn kat, Mien. Die keek me alleen maar aan met die glazige ogen. Heel motiverend. Echt niet.

  • Websites? Ja, ik gebruikte Memrise en Duolingo. Memrise was leuker, met al die plaatjes. Maar uiteindelijk moest je toch zelf aan de slag. Je kon niet echt vertrouwen op die apps.

  • Pauzes waren cruciaal. Na een uur zwoegen, ging ik even wandelen, even naar de supermarkt. Of ik keek een aflevering van mijn favoriete serie. Anders raakte ik compleet oververhit.

De belangrijkste punten: Flashcards, herhaling en pauzes waren mijn redding. Ezelsbruggetjes waren een leuke extra, maar geen wondermiddel. En die websites… handig, maar geen vervanging voor echt werk. Het examen? Geslaagd, maar net! Ik was blij dat het achter de rug was.

Hoe lang duurt het om een taal te leren?

Het leren van een taal… Zucht. Uren staren naar boeken, woorden die door mijn hoofd spoken. Soms denk ik dat ik vooruitgang boek, en dan… verdwijnt het weer. Als mist.

  • 60 uur. Dat zeggen ze voor A0 tot B1. Per niveau. Lijk me zo weinig. Voor mij voelt het langer. Veel langer. Ik worstel nog steeds met de simpelste zinnen.
  • B2, C1, C2… 190 uur. Per niveau. Ongelofelijk. Een berg. Ik weet niet of ik daar ooit aan toe kom. Voel me soms zo ontmoedigd.

Van westerse naar niet-westerse talen… Moeilijker, zeggen ze. Ik leer Koreaans. De grammatica… zo anders. Alsof ik opnieuw leer denken. 90 tot 120 uur per niveau voor A0 tot B1. Dubbel zo lang.

Die uren… Het zijn maar cijfers. Op papier. Het voelt… anders. Alsof tijd een andere betekenis krijgt. Uren die zich uitrekken, zich samentrekken. Soms vliegt de tijd, soms kruipt hij voorbij. Als een slak.

Ik weet niet of ik het ooit vloeiend zal spreken. Soms denk ik dat ik op moet geven. Maar dan… hoor ik een liedje, lees ik een zin, en dan… is er weer die kleine vonk. Die hoop.

Wat zijn de top 10 moeilijkste talen om te leren?

De top 10 moeilijkste talen? Een subjectief feestje, natuurlijk! Net als zeggen dat Beethoven moeilijker is dan Justin Bieber – sommige mensen vinden het ene een genot, het andere een marteling. Maar voor een Nederlandstalige? Hier komt de knaller:

  • Hongaars: Een grammatica die je hersenen in een pretzel knoopt. Voorvoegsels, achtervoegsels, middervoegsels – het is een taalkundige achtbaan. Denk aan een Russische matroesjkapop, maar dan met meer grammaticale lagen.

  • Arabisch: Het schrift alleen al is een uitdaging. Van rechts naar links, met kalligrafie die eruit ziet alsof een spin een feestje heeft gegeven in een inktpot. En dan hebben we het nog niet over de complexe grammatica. De klinkerloze letters? Een nachtmerrie voor beginners.

  • Mandarijn Chinees: Tonen, tonen, tonen! Een verkeerde toon en je vraagt om dumplings terwijl je een tijger wilt bestellen. De karakters zijn een visuele uitdaging, en het leren uitspreken is… laten we zeggen dat het oefening vereist. Vergelijk het met het leren van een complete set Chinese legpuzzels.

  • Russisch: Cyrillisch schrift, dat op zichzelf al een obstakel is. De grammatica is net zo complex als een Russische roman, lang en ingewikkeld. Denk aan drie lagen taart met elk een eigen smaak; je moet ze allemaal proeven.

  • Pools: Een woordenboek vol absurde klanken. De grammatica is zo complex als een Polen-grap. De verbuigingen, een onophoudelijk feestje van naamvallen, zijn net zo leuk als een lang vergadering.

De rest hangt af van je persoonlijke aanleg, natuurlijk. Iemand die al Spaans spreekt, vindt Portugees misschien een fluitje van een cent. Maar voor een gemiddelde Nederlandstalige zijn de bovenstaande vijf absolute top contenders voor de ‘moeilijkste taal’-trofee. Gefeliciteerd als je er eentje beheerst!

Tips voor gemakkelijker leren? Duik erin, wees geduldig, gebruik apps en zoek een moedertaalspreker. En vergeet niet: het is een marathon, geen sprint. Succes!

Wat is de hardste taal om te leren?

Mandarijn Chinees. Zo moeilijk… de tonen, je snapt het gewoon niet altijd. 2200 uur, dat is… veel. Een heel jaar, bijna.

  • De tonen, die breken me op. Je zegt hetzelfde woord, maar anders gezegd, totaal andere betekenis. Soms hoor ik het verschil niet eens.
  • De karakters, een hele wereld. Duizenden, te veel om te onthouden. Ik zit er al maanden aan, en ik voel me nog steeds verloren. Het voelt alsof ik een berg beklim, en telkens weer terugglijdt.
  • Het spreektaal, heel anders dan de tekens. Er is geen logica. Je leert regels, maar ze veranderen. Het voelt vaak onmogelijk.

Het is niet alleen de tijd, het is het gevoel van… nooit genoeg te weten. Altijd achterop. Het is frustrerend. Een constante strijd. Dit jaar alweer, en ik voel me zo ver van vloeiend spreken. Het is zwaar. Echt zwaar.

#Ade #Spanjaarden #Totziens