Hoe lang mag je met een AOW op vakantie?

Met AOW-uitkering tot 13 weken per jaar op vakantie

Als ontvanger van een AOW-uitkering (Algemene Ouderdomswet) zijn er regels verbonden aan het verblijven in het buitenland. Het is belangrijk om deze regels in acht te nemen om mogelijke gevolgen voor uw uitkering te voorkomen.

Maximale verblijfsduur buiten Nederland

Met een AOW-uitkering mag u maximaal 13 weken per kalenderjaar buiten Nederland verblijven. Dit geldt voor alle landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland.

Gevolgen bij overschrijding verblijfsduur

Indien u de verblijfsduur van 13 weken overschrijdt, kan dit gevolgen hebben voor uw AOW-uitkering. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) kan uw uitkering geheel of gedeeltelijk stopzetten. De duur van de stopzetting is afhankelijk van de overschrijding.

Uitzonderingen

Er zijn enkele uitzonderingen op de 13-wekenregel:

• Kortdurend verblijf in een EER-land of Zwitserland: Als u minder dan 4 weken verblijft in een EER-land of Zwitserland, hoeft u dit niet te melden.
• Verblijf vanwege medische redenen: Indien u langdurig in het buitenland verblijft vanwege medische redenen, kunt u vrijstelling aanvragen bij de SVB.
• Verblijf in Aruba, Curaçao of Sint Maarten: Voor verblijf op deze eilanden gelden andere regels.

Meldingsplicht

Indien u langer dan 13 weken buiten Nederland verblijft, bent u verplicht dit te melden aan de SVB. U kunt dit eenvoudig doen via de website van de SVB of telefonisch via het nummer 088 – 600 10 00.

Door de regels en uitzonderingen in acht te nemen, kunt u ervoor zorgen dat uw AOW-uitkering niet in gevaar komt tijdens uw vakantie. Voor meer informatie en advies kunt u terecht op de website van de SVB of contact opnemen met hun klantenservice.