Welk van de volgende werkwoorden gebruikt être niet om de passé composé te vormen?
Het werkwoord boire (drinken) vormt de passé composé met het hulpwerkwoord avoir (hebben), in tegenstelling tot vele andere werkwoorden die être (zijn) gebruiken. De passé composé van boire is dus gevormd met avoir + voltooid deelwoord.
Welk werkwoord gebruikt niet ‘être’ om de passé composé te vormen?
In het Frans wordt de passé composé, of voltooide tegenwoordige tijd, voor de meeste werkwoorden gevormd met het hulpwerkwoord ‘être’ (zijn) en het voltooid deelwoord. Echter, er zijn enkele uitzonderingen op deze regel, waaronder het werkwoord ‘boire’ (drinken).
Het werkwoord ‘boire’ vormt de passé composé met het hulpwerkwoord ‘avoir’ (hebben) in plaats van ‘être’. Dit komt doordat ‘boire’ een transitief werkwoord is, wat betekent dat het een direct object vereist.
Vorming van de passé composé met ‘avoir’:
avoir + voltooid deelwoord
Voorbeeld met ‘boire’:
j’ai bu (ik heb gedronken)
tu as bu (jij hebt gedronken)
il a bu (hij heeft gedronken)
nous avons bu (wij hebben gedronken)
vous avez bu (jullie hebben gedronken)
ils ont bu (zij hebben gedronken)
Het is belangrijk om te onthouden dat de meeste werkwoorden ‘être’ gebruiken om de passé composé te vormen, maar dat ‘boire’ hierop een uitzondering is en ‘avoir’ gebruikt.
#Composé#Passé#VerbiCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.