Wat zijn de twee kerndoelen voor het bewegingsonderwijs op de basisschool?

Bewegingsonderwijs op de basisschool: Twee kerndoelen

Het bewegingsonderwijs op de basisschool speelt een cruciale rol in de fysieke en mentale ontwikkeling van leerlingen. Het vak heeft twee kerndoelen die erop gericht zijn leerlingen te ondersteunen in hun gezonde en actieve levensstijl.

Kerndoel 1: Verantwoorde deelname aan de bewegingscultuur

Dit kerndoel richt zich op het ontwikkelen van de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om actief en bewust deel te nemen aan sport en beweging. Het gaat om:

• Inzicht in de bewegingscultuur en de rol van beweging in de samenleving
• Kennen van verschillende sporten en bewegingsvormen
• Begrip van de regels en principes van games en activiteiten
• Verantwoordelijkheid nemen voor eigen bewegingsplezier en -veiligheid
• Respect hebben voor zichzelf en anderen tijdens sportactiviteiten

Kerndoel 2: Beheersing van de basisprincipes van diverse bewegings- en spelvormen

Dit kerndoel richt zich op de ontwikkeling van motorische vaardigheden en het vermogen om verschillende bewegingen uit te voeren. Het gaat om:

• Het beheersen van basisbewegingen (lopen, rennen, springen, gooien, vangen)
• Het aanleren van verschillende sporttechnieken (bv. voetbal, handbal, atletiek)
• Het toepassen van bewegingsvaardigheden in spelvormen en oefeningen
• Het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht en evenwichtsgevoel
• Het verbeteren van coördinatie, conditie en kracht

Deze kerndoelen zorgen ervoor dat leerlingen op de basisschool een stevige basis krijgen in bewegingsonderwijs. Ze ontwikkelen een brede kennis van sport en lichaamsbeweging, worden zelfverzekerd in hun motorische vaardigheden en worden aangemoedigd een gezonde en actieve levensstijl te omarmen.