Wat is een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord?

25 weergave
Het werkwoord lopen is een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord. De verleden tijd is liepen, en in de voltooid deelvorm gelopen. De klinker verandert dus in de verleden tijd en voltooid deelvorm.
Opmerking 0 leuk

Onregelmatige werkwoorden: wat zijn ze en hoe te herkennen?

In het Nederlands zijn er naast de regelmatige werkwoorden, die volgens een vast patroon vervoegd worden, ook onregelmatige werkwoorden. Onregelmatige werkwoorden wijken af van het normale vervoegingspatroon en hebben unieke vormen voor de verleden tijd en het voltooid deelwoord.

Wat is een onregelmatig werkwoord?

Een onregelmatig werkwoord is een werkwoord dat niet volgens het standaard vervoegingspatroon vervoegd wordt. Het meest opvallende kenmerk van onregelmatige werkwoorden is dat de stam (de basisvorm van het werkwoord zonder uitgangen) verandert in de verleden tijd en het voltooid deelwoord.

Voorbeeld: het werkwoord ‘lopen’

Het werkwoord ‘lopen’ is een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord. In de tegenwoordige tijd wordt het werkwoord als volgt vervoegd:

  • Ik loop
  • Jij loopt
  • Hij/zij/het loopt
  • Wij lopen
  • Jullie lopen
  • Zij lopen

In de verleden tijd verandert de stam van het werkwoord naar ‘liep’. De vervoeging ziet er dan als volgt uit:

  • Ik liep
  • Jij liep
  • Hij/zij/het liep
  • Wij liepen
  • Jullie liepen
  • Zij liepen

In het voltooid deelwoord verandert de stam opnieuw, ditmaal naar ‘gelopen’. De vervoeging ziet er dan als volgt uit:

  • Ik heb gelopen
  • Jij hebt gelopen
  • Hij/zij/het heeft gelopen
  • Wij hebben gelopen
  • Jullie hebben gelopen
  • Zij hebben gelopen

Andere voorbeelden van onregelmatige werkwoorden

Hieronder volgen nog enkele voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands:

  • eten -> at, gegeten
  • drinken -> dronk, gedronken
  • slapen -> sliep, geslapen
  • zitten -> zat, gezeten
  • staan -> stond, gestaan
  • komen -> kwam, gekomen
  • gaan -> ging, gegaan
  • vinden -> vond, gevonden

Hoe onregelmatige werkwoorden te herkennen?

Het belangrijkste kenmerk van onregelmatige werkwoorden is dat de stam verandert in de verleden tijd en het voltooid deelwoord. Dit is niet het geval bij regelmatige werkwoorden, die altijd dezelfde stam behouden.

Daarnaast zijn er vaak bepaalde klinkerwisselingen te herkennen in de verleden tijd en het voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden. Zo is de klinker in de stam van het werkwoord ‘lopen’ bijvoorbeeld een ‘o’ in de tegenwoordige tijd, maar wordt deze een ‘ie’ in de verleden tijd en het voltooid deelwoord.

Conclusie

Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die afwijken van het standaard vervoegingspatroon in het Nederlands. Ze hebben unieke vormen voor de verleden tijd en het voltooid deelwoord, waarbij de stam van het werkwoord verandert. Het herkennen van onregelmatige werkwoorden is belangrijk voor een correcte vervoeging in geschreven en gesproken taal.