Wat is een regelmatig ir-werkwoord?

Regelmatige -ir werkwoorden: een voorspelbaar patroon

Regelmatige werkwoorden die eindigen op -ir volgen een consistent vervoegingsmodel in de tegenwoordige tijd. Dit betekent dat de uitgangen voor alle personen voorspelbaar zijn en afgeleid kunnen worden van de stam van het werkwoord. Dit staat in schril contrast met onregelmatige werkwoorden, waar de vervoegingspatronen vaak minder voorspelbaar zijn.

Om een regelmatig -ir werkwoord te vervoegen, verwijder je simpelweg de stam-einde ‘-ir’ en voeg je de juiste tegenwoordige-tijdsuitgang toe. Het werkwoord ‘dormir’ (slapen) is een perfect voorbeeld.

De stam van ‘dormir’ is ‘dorm-‘.

Nu kunnen we de verschillende vervoegingen samenstellen door de stam ‘dorm-‘ te combineren met de juiste tegenwoordige-tijdsuitgangen:

• Ik slaap: dorm + -o = dormo
• Jij slaapt: dorm + -es = dormes
• Hij/zij/het slaapt: dorm + -e = dorme
• Wij slapen: dorm + -imos = dormimos
• Jullie slapen: dorm + -ís = dormís
• Zij/Zij slapen: dorm + -en = duormen

Dit consistent patroon is kenmerkend voor alle regelmatige -ir werkwoorden. Bij het leren van deze werkwoorden is het belangrijk om het vervoegingsmodel te onthouden, zodat je de verschillende vormen in de tegenwoordige tijd snel en accuraat kunt vormen. Kenmerkend is dat de stam gelijk blijft voor elke persoon, alleen de uitgang verandert. Dit maakt het vergelijken met bijvoorbeeld de -er werkwoorden (zoals ‘manger’ – eten) erg gemakkelijk, die wel verschillen in uitgang, al is de structuur vergelijkbaar.