Is de Wiscat toets moeilijk?

Is de Wiscat-toets echt zo moeilijk? Een blik achter de cijfers en de angst.

De Wiscat-toets. Voor veel Pabo-studenten is het een naam die rillingen over de rug jaagt. De lage slagingspercentages versterken dit beeld van een haast onneembare horde op weg naar het leraarschap. Maar is de Wiscat-toets daadwerkelijk zo moeilijk, of is de angst eromheen groter dan de realiteit?

Het is onmiskenbaar dat de Wiscat een uitdaging vormt voor een aanzienlijk deel van de studenten. De cijfers liegen er niet om: de slagingspercentages spreken boekdelen. Maar deze cijfers vertellen slechts een deel van het verhaal. De moeilijkheidsgraad is niet inherent aan de toets zelf, maar ligt vaak in de specifieke gebieden waar studenten worstelen.

Zo blijken breuken, verhoudingsvraagstukken en het metriek stelsel herhaaldelijk de struikelblokken te zijn. Dit zijn niet per se ingewikkelde concepten op zich, maar de toepassing ervan in de context van de Wiscat-opgaven blijkt voor velen een flinke drempel. De vraag is dan: is het de wiskunde zelf die moeilijk is, of de manier waarop deze wiskunde gepresenteerd en toegepast wordt binnen de toets?

Een mogelijke verklaring ligt in het gebrek aan specifieke voorbereiding. Terwijl andere vakken gedurende de opleiding intensief worden behandeld, krijgt de wiskundige voorbereiding op de Wiscat vaak minder aandacht. Dit creëert een kloof tussen de verwachtingen en de daadwerkelijke kennis en vaardigheden van de studenten. Een andere factor kan de tijdsdruk zijn die de toets met zich meebrengt. Het beheersen van de wiskundige concepten is één ding, maar het accuraat en efficiënt toepassen ervan onder tijdsdruk is een ander verhaal.

Het is dus niet zozeer de inherent hoge moeilijkheidsgraad van de Wiscat die het probleem vormt, maar eerder een combinatie van factoren. Een gebrek aan gerichte voorbereiding, de specifieke uitdagingen rondom breuken, verhoudingen en het metriek stelsel, en de tijdsdruk tijdens de toets spelen allen een rol in de lage slagingspercentages. Het is daarom van cruciaal belang dat Pabo’s meer aandacht besteden aan het specifiek trainen van studenten op deze gebieden en hen te leren omgaan met de stress en tijdsdruk van de toets. Alleen dan kan de angst rondom de Wiscat worden weggenomen en kunnen studenten hun potentieel ten volle benutten. De Wiscat zelf is een hulpmiddel om de geschiktheid van toekomstige leerkrachten te beoordelen; het zou niet de bepalende factor mogen zijn die hun carrièrepad blokkeert.