Hoe weet je of een werkwoord regelmatig is?
- Wat is een onregelmatig werkwoord, met voorbeelden?
- Wat is het verschil tussen een sterk en onregelmatig werkwoord?
- Wat is het verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?
- Wat is een onregelmatig woord?
- Wat is het verschil tussen regelmatig en onregelmatig?
- Wat is een regelmatig werkwoord en wat is een voorbeeld?
Hoe herken je een regelmatig werkwoord?
In de Nederlandse taal worden werkwoorden onderverdeeld in regelmatige en onregelmatige werkwoorden. Regelmatige werkwoorden volgen een vaste regel bij de vervoeging in de verleden tijd. Hieronder leer je hoe je een regelmatig werkwoord kunt herkennen.
Stap 1: Identificeer de infinitief
De infinitief is de basisvorm van een werkwoord zonder persoonsvorm, voorafgegaan door ‘te’. Voorbeelden zijn: lopen, eten, schrijven.
Stap 2: Verwijder de uitgangen -en of -n
Om de stam van een regelmatig werkwoord te vinden, verwijder je de uitgangen -en of -n van de infinitief. Zo krijg je de basisvorm.
Voorbeelden:
- Lopen -> loop
- Eten -> eet
- Schrijven -> schrijf
Stap 3: Controleer de verleden tijd
De verleden tijd van een regelmatig werkwoord is gelijk aan de stam. Er wordt dus geen extra uitgang aan toegevoegd.
Voorbeelden:
- Ik liep
- Ik at
- Ik schreef
Kenmerken van regelmatige werkwoorden:
- De stam is dezelfde in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.
- De uitgang in de verleden tijd is altijd -te of -de.
- Voorbeelden: lopen (loop-te), eten (at-te), schrijven (schreef-de)
Voorbeelden van regelmatige werkwoorden:
- Lopen
- Eten
- Schrijven
- Lezen
- Kopen
- Spelen
Let op: Er zijn enkele uitzonderingen op deze regel, zoals werkwoorden met een stam die eindigt op -cht (bijv. lachen) of -t (bijv. praten). Deze werkwoorden krijgen een extra -t- in de verleden tijd.
#Onregelmatig#Regelmatig#WerkwoordCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.