Wat moet je doen als je hyper bent?

Hyper zijn… pfff… Ken ik. Te goed zelfs. Dat gevoel alsof je innerlijke Duracell-konijntje op standje turbo staat. Wie kent het niet? Ik in ieder geval wel. Laatst nog, voor een belangrijke presentatie. Kon geen seconde stilzitten. Mijn benen bibberden, mijn handen trilden… een ramp.

Wat doe je dan? Het advies “drink veel water of thee (geen suiker!)” – tja, klinkt logisch. Alsof je lijf uitdroogt van al die energie. Ik grijp dan steevast naar m’n waterfles. Of naar kamillethee, als ik die bij me heb. Suiker? Nee, bedankt. Daar word je alleen maar nóg hyperder van. Denk ik.

Bewegen… wandelen, fietsen… Ja, dát helpt echt. Even die overtollige energie eruit gooien. Al is het maar een blokje om. Herinner me nog dat ik een keer bijna de hele stad door ben gefietst toen ik zo’n hyperaanval had. Voelde me daarna stukken beter. Echt waar.

Zoete drankjes en alcohol vermijden… Duh! Logisch toch? Alcohol… tja, daar word je toch vooral sloom van? Of heb ik dat mis? En zoetigheid… daar krijg je toch alleen maar een suikerkick van, en daarna een dip? Niet wat je wil als je al hyper bent.

Dat vele plassen… herkenbaar. Net of je lijf al die spanning eruit probeert te spoelen. “Veel plassen is een gevolg van de hoge bloedsuiker; vocht aanvullen is cruciaal!” Ja, dat las ik ook ergens. Het klinkt in ieder geval aannemelijk. Dus… waterfles bij de hand houden! Altijd. Voor noodgevallen, zeg maar. Want je weet maar nooit wanneer dat hyper-konijntje weer toeslaat.