Welke medicijnen kunnen tinnitus verergeren?

20 weergave
Duloxetine en venlafaxine, behorend tot de SNRI-klasse antidepressiva, kunnen tinnitus als bijwerking veroorzaken of bestaande tinnitus verergeren. Omdat SNRIs meer bijwerkingen hebben dan SSRIs, worden ze vaak pas na SSRI-gebruik overwogen. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met tinnitus.
Opmerking 0 leuk

Tinnitus en antidepressiva: Opletten met SNRI’s

Tinnitus, dat vervelende gezoem, gesuis of gepiep in de oren, kan een enorme impact hebben op iemands levenskwaliteit. Hoewel er geen directe genezing is, zijn er behandelingen beschikbaar om de symptomen te beheersen. Interessant is dat bepaalde medicijnen tinnitus juist kunnen verergeren, waardoor extra aandacht vereist is bij het voorschrijven ervan. Dit geldt met name voor bepaalde antidepressiva.

Antidepressiva worden vaak voorgeschreven voor aandoeningen zoals depressie en angst, die soms samen voorkomen met tinnitus. Binnen de groep antidepressiva zijn er verschillende klassen, waaronder de Selectieve Serotonine Heropnameremmers (SSRI’s) en de Serotonine-Noradrenaline Heropnameremmers (SNRI’s). Hoewel beide soorten effectief kunnen zijn in het bestrijden van depressie en angst, zijn er belangrijke verschillen, vooral met betrekking tot hun invloed op tinnitus.

SNRI’s, zoals duloxetine (Cymbalta) en venlafaxine (Efexor), kunnen tinnitus als bijwerking hebben. Dit betekent dat ze bij sommige mensen tinnitus kunnen veroorzaken, of bestaande tinnitus kunnen verergeren. Dit komt doordat SNRI’s, naast serotonine, ook de heropname van noradrenaline remmen. De precieze mechanismen achter deze bijwerking zijn nog niet volledig ontrafeld, maar men vermoedt dat de invloed op de neurotransmitters in de hersenen een rol speelt.

Omdat SNRI’s over het algemeen meer bijwerkingen hebben dan SSRI’s, worden ze in de praktijk vaak pas overwogen nadat een behandeling met een SSRI onvoldoende effect heeft gehad of niet verdragen werd. Bij patiënten die al last hebben van tinnitus, is extra voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van SNRI’s. Een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen is essentieel. Open communicatie tussen arts en patiënt is hierbij cruciaal. De patiënt dient eventuele veranderingen in de tinnitusklachten direct te melden.

Het is belangrijk om te benadrukken dat niet iedereen die SNRI’s gebruikt tinnitus zal ontwikkelen of een verergering van bestaande tinnitus zal ervaren. De individuele reacties op medicatie kunnen sterk variëren. Mocht tinnitus optreden of verergeren tijdens het gebruik van een SNRI, dan is het raadzaam om contact op te nemen met de voorschrijvende arts. Deze kan dan, in overleg met de patiënt, besluiten om de dosering aan te passen, over te stappen naar een ander antidepressivum (bijvoorbeeld een SSRI) of een andere behandelstrategie te overwegen.

Ten slotte is het belangrijk om te onthouden dat dit artikel geen medisch advies vervangt. Raadpleeg altijd een arts of andere gekwalificeerde zorgverlener voor diagnose en behandeling van tinnitus of andere gezondheidsproblemen.