Wie mag aanhouden en staande houden?

14 weergave

Alleen opsporingsambtenaren, zoals politieagenten, hebben de wettelijke bevoegdheid om iemand staande te houden op basis van het Wetboek van Strafvordering. Deze bevoegdheid is exclusief voor hen en geldt uitsluitend wanneer er een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat, waardoor de persoon als verdachte kan worden aangemerkt. Burgers hebben deze bevoegdheid niet.

Opmerking 0 leuk

Wie mag aanhouden en staande houden? De grenzen van burgerarrest en opsporing

De vraag wie iemand mag aanhouden en staande houden is complexer dan het op het eerste gezicht lijkt. Hoewel de term ‘aanhouden’ in de volksmond vaak door elkaar wordt gebruikt met ‘staande houden’, zijn het juridisch gezien twee verschillende handelingen met verschillende wettelijke grondslagen. Verwarring hierover kan leiden tot misverstanden en zelfs juridische problemen.

Staande houden: een exclusieve bevoegdheid van opsporingsambtenaren

Alleen opsporingsambtenaren, zoals politieagenten, marechaussees en in bepaalde gevallen andere bevoegde ambtenaren (bijvoorbeeld boa’s met specifieke bevoegdheden), mogen iemand staande houden. Deze bevoegdheid is expliciet geregeld in het Wetboek van Strafvordering en is strikt beperkt. Het staande houden is een vorm van voorlopig onderzoek. Een opsporingsambtenaar mag iemand alleen staande houden als er een redelijk vermoeden bestaat dat deze persoon een strafbaar feit heeft gepleegd. Dit redelijk vermoeden moet gebaseerd zijn op concrete feiten en omstandigheden. De ambtenaar moet zich legitimeren en de reden voor het staande houden vermelden. De persoon die staande wordt gehouden is verplicht zijn identiteit te tonen. Het staande houden zelf is echter geen aanhouding; de persoon blijft in principe vrij.

Aanhouden: burgerarrest en bevoegdheden van opsporingsambtenaren

Het aanhouden is een ingrijpender handeling waarbij de vrijheid van de persoon wordt beperkt. Ook hier hebben opsporingsambtenaren de wettelijke bevoegdheid, onder dezelfde voorwaarde van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Echter, in beperkte mate is het ook mogelijk voor burgers om iemand aan te houden, namelijk via een burgerarrest.

Een burgerarrest is slechts toegestaan in geval van betrapping op heterdaad van een misdrijf. Dit betekent dat de burger de verdachte op heterdaad moet hebben betrapt bij het plegen van het misdrijf of onmiddellijk daarna. Het moet gaan om een misdrijf, geen overtreding. Bovendien moet het burgerarrest noodzakelijk en proportioneel zijn. Noodzakelijk betekent dat er geen andere mogelijkheid was om de verdachte aan te houden, bijvoorbeeld door de politie te waarschuwen. Proportioneel betekent dat de manier waarop de verdachte wordt aangehouden in verhouding staat tot het misdrijf. Geweld mag alleen worden gebruikt als dit strikt noodzakelijk is voor de aanhouding en het geweld moet evenredig zijn aan de dreiging.

Na een burgerarrest is de burger verplicht om de verdachte zo snel mogelijk over te dragen aan de politie. Het onrechtmatig vasthouden van een aangehouden persoon na een burgerarrest kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.

Conclusie:

Het onderscheid tussen staande houden en aanhouden is cruciaal. Alleen opsporingsambtenaren mogen iemand staande houden op basis van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Aanhouden mag door opsporingsambtenaren en, in beperkte mate en onder strikte voorwaarden, door burgers via een burgerarrest. Onjuiste toepassing van deze bevoegdheden kan leiden tot zowel juridische als strafrechtelijke gevolgen. Twijfel je over de toepassing van deze bevoegdheden? Bel dan altijd de politie.