Wat is het meervoud van bezigheid?
Het meervoud van bezigheid is bezigheden. De woorden zijn afgeleid van het werkwoord bezig zijn en volgen de reguliere meervoudsvorming van Nederlandse substantieven. Verkleinwoorden zijn bezigheidje en bezigheidjes.
Van bezigheid naar bezigheden: Meervoud en meer
We kennen het allemaal: dat gevoel van nuttige tijdsbesteding, of juist de zoektocht ernaar. Maar hoe verwoord je die “bezigheid” als het er meerdere zijn? Simpel: bezigheden. Dit meervoud volgt de standaard Nederlandse regels en voegt simpelweg “-en” toe aan het enkelvoud.
Het woord “bezigheid” stamt af van het werkwoord “bezig zijn”. Deze link naar een werkwoord verklaart deels de eenvoudige meervoudsvorming. Denk maar aan andere woorden afgeleid van werkwoorden, zoals “vondst” (vondsten) of “komst” (komsten). Ook hier zien we dezelfde “-en” toevoeging.
Naast het meervoud “bezigheden” bestaan ook verkleinwoorden. Een enkele kleine bezigheid wordt een bezigheidje genoemd. En voor meerdere kleine bezigheden gebruiken we natuurlijk bezigheidjes. Let op het behoud van de “d” in beide verkleinwoorden, een typisch kenmerk van Nederlandse verkleinwoorden gevormd met “-je”.
Hoewel de meervoudsvorming en verkleinwoorden van “bezigheid” eenvoudig lijken, is correct taalgebruik essentieel voor heldere communicatie. Dus onthoud: één bezigheid, meerdere bezigheden, een klein bezigheidje en meerdere kleine bezigheidjes. Zo blijf je bezig met de juiste woordkeuze!
#Activiteiten#Bezigheden#TaakjesCommentaar op antwoord:
Bedankt voor uw opmerkingen! Uw feedback is erg belangrijk om ons te helpen onze antwoorden in de toekomst te verbeteren.