Welke zoetstoffen zijn laxerend?

8 weergave

Polyolen, zoals sorbitol, xylitol en mannitol, zijn suikeralcoholen die bekend staan om hun laxerende werking. Ze worden vaak gebruikt in suikervrije producten en kunnen leiden tot diarree of een opgeblazen gevoel bij overmatige consumptie.

Opmerking 0 leuk

Welke zoetstoffen werken laxerend?

Verschillende zoetstoffen kunnen een laxerend effect hebben, vooral bij overmatige consumptie. De bekendste boosdoeners zijn polyolen, ook wel suikeralcoholen genoemd. Deze zoetstoffen worden vaak ingezet in “suikervrije” of “laag in calorieën” producten zoals kauwgom, snoep, desserts en light-frisdranken. Hoewel ze minder calorieën bevatten dan suiker, kunnen ze bij een te hoge inname vervelende bijwerkingen veroorzaken.

Tot de meest voorkomende polyolen met een laxerend effect behoren:

  • Sorbitol: Deze zoetstof wordt vaak gebruikt in suikervrije kauwgom en snoep. Het wordt relatief langzaam opgenomen door de dunne darm, waardoor een deel in de dikke darm terechtkomt. Darmbacteriën fermenteren de sorbitol, wat leidt tot gasvorming en een opgeblazen gevoel. Deze fermentatie kan ook vocht aantrekken in de darmen, resulterend in diarree.

  • Xylitol: Ook xylitol wordt veel gebruikt in suikervrije producten, waaronder kauwgom en tandpasta. Het heeft een vergelijkbaar laxerend effect als sorbitol, al is de drempel voor het optreden van klachten vaak iets hoger. Ook hier treedt het effect op door fermentatie in de dikke darm.

  • Mannitol: Mannitol komt van nature voor in sommige groenten en fruit, maar wordt ook synthetisch geproduceerd voor gebruik als zoetstof. Het wordt vaak gebruikt in medicijnen en intraveneuze oplossingen, maar ook in sommige voedingsmiddelen. Net als sorbitol en xylitol kan het bij overmatige consumptie leiden tot diarree, winderigheid en buikpijn.

  • Erythritol: Hoewel ook een polyol, wordt erythritol over het algemeen beter verdragen dan sorbitol, xylitol en mannitol. Het wordt voor een groot deel opgenomen in de dunne darm, waardoor minder in de dikke darm terechtkomt voor fermentatie. Daardoor is de kans op gastro-intestinale klachten aanzienlijk kleiner.

Hoeveel is te veel?

De individuele tolerantie voor polyolen verschilt. Sommige mensen ervaren al klachten bij een lage inname, terwijl anderen een hogere dosis kunnen verdragen. Het is daarom belangrijk om te experimenteren en te letten op de reactie van je lichaam. Lees altijd de voedseletiketten en wees bewust van de hoeveelheid polyolen die je consumeert. Begin met kleine hoeveelheden suikervrije producten en verhoog de inname geleidelijk, indien gewenst.

Conclusie:

Polyolen kunnen een handig alternatief zijn voor suiker, maar overmatige consumptie kan leiden tot laxerende effecten. Door bewust te zijn van de hoeveelheid polyolen in je voeding en te luisteren naar je lichaam, kun je deze ongewenste bijwerkingen minimaliseren. Raadpleeg bij aanhoudende klachten een arts of diëtist.